5. erkenning van Japan's economische predomineerende positie in den benedenloop der JangTze, 6. erkenning van Japan's overtheersohende positie in AMoy en op HaiNan. 7. het recht der Japanners troepen en oorlogsschepen te station- neeren in Noord-China, Mongolië, bepaalde plaatsen in de YangTze vallei en de eilanden langs de Zuidkust van China, 8. het recht van controle op alle spoorwegen, luchtlijnen, postdiensten, belangrijke havens en waterwegen door de Japanners, 9. beperking van het getal Chineesche troepen en politie in zekere gebiedsdeelen, 10. betaling van schadevergoeding voor verliezen geleden door Japanners vroeger woonachtig in China, 11. bijzondere overeenkomsten met Japan voor de ontwikkeling van bronnen van welvaart, douanerechten en handel, in al welke overeenkomsten van te voren aan dë Japanners bijzon dere voorrechten moeten worden beloofd, 12. aanvaarding van Japansche adviseurs bij .de nieuwe regeering, 13. bestuur van Noord-China door een „Zelfstandige Politieke Raad". In het kort samengevat beteekent dit, dat N. China, Mongolië, AMoy en HaiNan geheel en al onder Japansch gezag komen dat China in het anti-oomintern bloc moet meevechten dat de Japanners het recht verkrijgen overal waar zij willen in China doelen van hun weermacht te legeren, terwijl dit den Chineezen kan worden ontzegd dat de Japanners over alle communicatie en verkeersmiddelen in China de baas blijven dat zij op econo misch gebied alles te zeggen zullen hebben dat zij ook de douane diensten beheersdhenen dat, zoo zij ergens nog een opening mochten gelaten hebben in den muur, 'dien zij om China wenschen te bouwen, die openingen altijd later nog zullen kunnen sluiten door middel van de bij de nieuwe regeering aangestelde „adviseurs". Uit een en ander blijkt wel heel duidelijk, dat de Japansche militairen in China, die deze bepalingen hebben uitgewerkt en aan WangChingWei voorgelegd, niets van hun oorspronkelijk programma hebben prijsgegeven. In tegendeel dit verdrag weer spiegelt de plannen tot geleidelijke verovering van geheel China in de volgorde Noord-China, Midden-Ohina en ten slotte Zuid- China. Ook de Japansche militaristen beginnen in te zien, dat zij China niet in een slok kunnen verzwelgen, dat zal nu gebeuren opvolgend bij gedeelten. Van dat standpunt bezien wordt de militaire actie in Midden en Z. China duidelijker. In N. China willen de Japansche mili tairen thans het geheele gebied volkomen onder hun gezag bren gen. In Midden en Z. China beperken zij zich vooralsnog tot de 284

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 72