B. Aan de Javabode van 3 Februari 1940 ontleenen wij het volgende bericht uit Tokyo C. Aan de Haagsche Post voor N. -1. van 3 Februari 1940 ont leenen wij het volgende artikel over de Militaire Willemsorde 294 Toen de Britsche verkenningsvliegtuigen de Duitsche gevechtstoe stellen ontmoetten boven de baai van Helgoland, gelooft men, dat deze aan het zoeken waren naar den Duitschen kruiser, die getorpedeerd is door den Britschen onderzeeër, die de „Bremen" in zicht had ge kregen. Nadat de duikboot den kruiser had aangevallen gaf zij draadloos de positie van den kruiser op. Het Duitsche schip vroeg ook bijstand en toen het door onze vliegtuigen gezien werd, aldus een Engelsche mededeeling uit Londen, werd het geëscorteerd door torpedobootjagers en een duikboot met gevechtsvliegtuigen als dekking. Ofschoon de Britsche toestellen zware bombardementsvliegtuigen waren, bonden zij toch den strijd aan met de lichtere Duitsche gevechts machines. Na een ongelijken strijd, waarbij de Duitsche oorlogsschepen gebruik maakten van hun luchtafweergeschut, kwamen zij zegevierend uit den strijd tè voorschijn, na vier vijandelijke toestellen in zee te hebben doen storten. De ministeries voor Nationale Defensie hebben heden een 6-jaren- plan voor de versterking van Japan's bewapening aangekondigdnaar wordt geraamd, zal dit plan 11 milliard yen kosten welk bedrag gelij kelijk over leger en marine zal worden verdeeld. Het leger zal zijn aandeel hoofdzakelijk gebruiken voor de reorgani satie der luchtmacht en de modemiseering van de uitrusting der troepen de marine is voornemens drie-en-een-half milliard te gebruiken voor den nieuwbouw van schepen en 1 milliard voor de verbetering der havens, terwijl de rest van de som bestemd is voor de modemiseering der luchtmacht en der bestaande oorlogsschepen. Het was op een dag, ruim een maand na den slag bij Waterloo dat de Nederlandsche troepen van Wellington's leger in parade- vorm stonden opgesteld op den straatweg tusschen St. Dénis en Epinay. Op het grondgebied van den overheerscher, die een maal Nederland uit de rij der staten had doen verdwijnen, werden uit naam van Koning Willem I de eereteekenen van de Militaire Willemsorde uitgereikt aan hen, die zich bij Quatre Bras en Waterloo door moed, beleid en trouw hadden onderscheiden. Het ware de eer- stellingen der orde, juist drie maanden, nadat zij was ingesteld. Maar wat de waarde der toegekende decoraties vooral verhoogde, was, dat de vorstelijke bevelhebber, die door een ieder, die bij Quatre Bras en Waterloo had gestreden, daarvoor als de meest waardige werd aangewezen dat de Prins van Oranje de eerste Grootkruisridder der orde was. Met den linkerarm nog gesteund in een zwarten doek, was het deze ridderlijke held van 1815, die op Fransch grondgebied, namens zijn koninklijken vader, de eerste kruisen der Militaire Wil lemsorde op de borst hechtte der tachtig dapperen, die in den laatsten oorlog tegen Napoleon I uitgeblonken hadden en het was te Parijs, ter gelegenheid van den eersten riddermaaltijd, waaraan de nieuwe ridders, soldaten zoowel als officieren, door hun vorstelijken gastheer waren genoodigd, dat het „Leve Koning Willem" en „Heil het Vader land" luide werd aangeheven. Zoo heeft de feitelijke inwijding der Militaire Willemsorde onder treffende omstandigheden plaats gevonden. Men maakt zich in Indië en naar wij hopen ook in Nederland, ofschoon ons daarvan nog niets is gebleken op om binnenkort op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 82