309
kruisers (met 20 cm geschut) gewenscht moet worden geacht. Dit vraagstuk
heeft nog vele facetten, en al zouden wij voor toepassing van dit zwaardere
kruisermaterieel willen stemmen, moet dit een ieder wel duidelijk voor oogen
staan, dat de slagkruiser in dit systeem niet past.
Om het scherper uit te drukken ter vermijding van misverstandde
slagkruiser met zware art.bewapening (geschut van 28 a 30 cm) en zware
pantsering, is de vuist in de harmonisch samengestelde slagvloot om toe
te slaan voor de vermeestering of het behoud van het meesterschap ter zee,
passend in het kader van een beheersching der zee, doch de slagkruiser
past niet in regionaal verhand, waaronder convooivorming tevens moet wor
den gerekend. Althans niet in dien zin, dat daarmede een in alle opzichten
economisch gebruik van de strijdmiddelen wordt verkregen.
De beteekenis van groot bovenwatermaterieel is door S. ten rechte gekop
peld aan een imperiaal gedachte marine-oorlogstaakx)Doch dit laatste is
zooals wij hebben getracht aan te toonen, voor onze verhoudingen een utopie.
Daarmede is dus aan het slagkruiserplan de „basis" ontnomen en dit plan
mist daardoor o.i. practische waarde.
Het is wel opmerkelijk, dat Australië, dat als eilandgebied en Britsch
dominion toch zeker in de eerste plaats op een imperialistische zee-politiek
zou zijn aangewezen, de voorkeur geeft aan een regionaal defensiesysteem.
Blijkens de jongste begrootingsdebatten heeft het Austr. Gouvernement
afgezien van den bouw van slagschepen („capital ships") op grond dat zulk
een type een te langen bouwtijd zou vorderen en dat de daaraan verbonden
hooge kosten „could be far better invested in smaller type vessels more
suited to the special defense problems of the Commonwealth." (sic.). Verder
commentaar achten wij overbodig.
B. Onze Landsverdediging, door H. Zeeman, Gnl. mj. b.d. en Mr. C. W.
de Vries, Hoogleeraar aan de Ned. Economische Hoogeschool, 2e druk 1939
(Uitg. N. Samson N.V., Alphen aan den Rijn, 138 blz.). Prijs 2.60.
Met de uitgave van dit werkje heeft bij de schrs. de bedoeling voorge
zeten, eenige geordende practische kennis toe te voegen aan den geest van
het (Ned.) volk. Zooals schrs. in een „voorwoord" reeds neerschreven, is
het niet voldoende te betoogen, dat Ned. voor zijn verdediging en voor de
veiligheid van zijn grondgebied in Europa en in de overzeesche gewesten
een leger en een vloot behoeft. Ons volk moet zijn verdedigingsmiddelen
ook leeren kennen en leeren waardeeren. Dit doel nu hebben de schrs. zich
voor oogen gesteld. Daarom bedoelt het boekwerkje ook geen diepgaande
militaire studie van onze landsverdediging te geven, doch het wil voorzien
in de vooral in den tegenwoordigen tijd door velen gevoelde behoefte
iets meer van onze landverdediging af te weten. In 1935 verscheen de
eerste druk deze tweede druk van 1939 is bijgewerkt tot ongeveer medio
September van dat jaar, zoodat enkele in September j.l. genomen Regeerings-
maatregelen, mede m.b.t. de mobilisatie van de Kon. Ned. Landmacht en
de Kon. Marine, nog een bespreking konden vinden.
In een twaalftal hoofdstukken wordt in vogelvlucht een overzicht gegeven
van onze defensie. Achtereenvolgens worden behandeldDoelstelling van de
weermacht, een historisch overzicht van de legerstelsels in Ned., de dienst
plicht en het dienstverband, een bespreking van de vredes- en de oorlogs-
organisatie, de plaats en beteekenis van den Opperbevelhebber, het vesting
stelsel in Ned., de bijzondere bevoegdheden van de burgerlijke overheid, de
landstorm, de bevoegdheden van het militaire gezag tegenover de burger
bevolking en ten slotte organisatiën en commissies met de Ned. defensie
verband houdend. Blijkbaar heeft het voornamelijk in de bedoeling van de
x) Zie ook het artikel van S.„De kern van de harmonische vloot"
(Mar. B. Sept. 1939), door ons besproken in I.M.T. 1940 nr. 2, bl. 192 e.v.