Het voorschrift in de tweede alinea van artikel 14 behoeft n.h.v. geen nadere toelichting onder de aldaar bedoelde schepen vallen o.m. hospitaalschepen, doch het is op zijn minst twijfelachtig of de gunstige uitzonderingsbepaling ook geldt voor oorlogsschepen, welke zich bijv. bij het uitbreken van een oorlog in een neutrale haven bevinden ter bescherming van aldaar wonende onderdanen van den oorlogvoerenden Staat. Omtrent dit eveneens in 1907 reeds ter sprake gebrachte punt werd toen geen uitsluitsel ver kregenFauchille is van meening, dat ook op onderwerpelijke oorlogsschepen de artikelen 12 en 13 niet van toepassing zijn, doch Turkijë gaf in 1917 van een tegengestelde opvatting blijk178). Artikel 15. Bij gebreke van andere bijzondere bepalingen der wetgeving van de onzijdige Mogendheid, bedraagt het grootste aantal oorlogsschepen van een oorlogvoerende, dat zich terzelfder tijd in een van hare havens of reeden mag bevinden, drie. Artikel 15 strekt ter voorkoming van vlootconcentraties in neu trale wateren waardoor het onzijdige rechtsgebied min of meer tot operatiebasis zou kunnen worden, hetgeen artikel 5 verbiedt. Indirect zijn dus ook de onzijdigen met het verbod gebaat, doch in de practijk is voor hen de waarde van het verbod al zeer twijfel achtig. Zoo bestaat er nog al eenig verschil tusschen de gelijktijdige aanwezigheid van drie slagschepen en van drie torpedojagers. Evenmin voorziet artikel 15 in de gevallen van een bondgenoot- schappelijken oorlog, van het dicht bijeen liggen van eenige neu trale Staten (Scandinavië), het op grooten onderlingen afstand van elkander liggen van verschillende deelen van een neutralen Staat (Atlantische en Pacifickust van de Ver. Staten Ned., Ned.- Indië, Suriname en Curacao) of het over een zeer groot opper vlak uitgestrekt zijn van een van die deelen (Ned.-Indië)Van daar dat men in de N. Pn. '14 van verschillende staten tal van onderling afwijkende bepalingen aantreft, welke in sommige geval len zelfs rekening houden met den afstand van het betrokken land tot dat van de oorlogvoerenden (Zie de opsomming bij Vanselow en Somlo-Walz) 179). Ook op dit gebied zijn de huidige nationale bepalingen scherper dan in 1914. In de eerste plaats hebben ver schillende Staten thans het begrip kustsector ingevoerd (It. N. P. '39, art. 17 Sc. N. P. '38, art. 4, lid 2 ook Amerika) daarnaast heeft in de Ver. Staten en de Sc. Mogendheden het maximum aantal in beide gevallen 3 nu betrekking op oorlogsschepen van oorlogvoerenden of eenige verbonden oorlogvoerenden. Deze regelingen komen tegemoet aan de bezwaren, verbonden aan de toelating zulks is uiteraard in grootere mate het geval bij uit- 221 17S) Fauchille, 1463'Somlo-Walz, blz. 225. 179) Kunz, blz. 250Vanselow, blz. 455 Somlo-Walz, blz. 228 Fauchille, 1463=.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 9