434 16. VAN HET WERELDTOONEEL. De maand Maart heeft vele voorspellingen ten spijt niet de opleving in de krijgsbedrijven vertoond, welke naar veler overtuiging mocht worden verwacht. Het einde van den barren winter en daarmede de intrede van het voor krijgsoperatiën gunstiger jaargetijde, de voor het moreel van leger en volk gewenschte activiteit aan de fronten ter vermijding van de uit den oorlog 19141918 beruchte zenuwslooping van den stellingoorlog en de gereedheid van de wederzijdsche legermachten tot den strijd wettigden deze verwachtingen tot op zekere hoogte de vraag „waar zal de strijd losbarsten? wist evenwel niemand te beantwoorden. Zoo bleef de militaire situatie aan de fronten ongewijzigdde onbetee- kenende berichten omtrent patrouilleactie, geslaagde verkenningsvluchten met bijbehoorende luchtfoto's en afgeschoten vijandelijke vliegtuigen en artillerie-activiteit vormden de eenige aanwijzingen, dat er nog oorlog is aan Frankrijks Oostgrens. De activiteit in de lucht daarentegen nam bij het gunstiger worden van de weersomstandigheden in het bijzonder in de tweede helft van Maart in hevigheid toeeen aanval van Duitsche bommenwerpers op Scapa Flow, waarbij volgens Berlijn voltreffers werden geboekt op drie slagkruisers hetgeen Londen categorisch tegensprak werd prompt beantwoord met Engelsche luchtaanvallen op het eilandje Sylt, alwaar zich de Duitsche lucht basis Homum bevindt. Aan laatstgenoemden aanval nam een grooter aantal vliegtuigen deel, dan ooit in vroegere acties van de R. A. F. tegen vijandelijke doelen is ingezet. Gemakkelijk schijnen de Engelsche vliegers het bij dezen aanval overigens niet te hebben gehad het geheele samenstel van lucht- afweermiddelen kwam aan Duitsche zijde in bedrijf. Omtrent de resultaten van den aanval zijn geen betrouwbare gegevens beschikbaar, daar de R. A. F. geen kans zag foto's van de aangerichte vernielingen te produceeren, het geen in het bijzonder in Amerikaansche kringen als een veeg teekem wordt beschouwd. De juiste lessen, welke uit de beteekenis van deze luchtaan vallen kunnen worden geput, zullen overigens wel niet gedurende den loop van den oorlog kunnen worden getrokken. De berichtgeving door de oorlog voerenden is om begrijpelijke redenen tendentieus en dus onbetrouwbaar eerst wanneer de dagboeken en de archieven voor een objectief onderzoek worden opengesteld en hoe vele jaren na den oorlog zal zulks eerst geschie den kan een zuivere balans worden opgemaakt. Elke conclusie is voorshands voorbarig, al ontkomt men niet aan den indruk, dat de uitwerking van het luchtbombardement bij een goed georganiseerden luchtafweer en lucht bescherming veel van zijn verschrikking èn van zijn beteekenis verliest In den oorlog ter zee ontwikkelden de Duitsche vliegtuigen een, van volkenrechtelijk standpunt bezien, bedenkelijke activiteit door het uitvoeren van luchtaanvallen op handelsvaartuigen. De door hen op deze wijze ingezette intensiveering van den handelsoorlog werd wederom hoofdzakelijk door de neutralen betaald, aangezien bij het agressieve optreden door luchtaanvallen met bommen en mitrailleurvuur geen onderscheid scheen te worden gemaakt tusschen neutrale en belligerente handelsschepen. Vele onbeduidende handels scheepjes, trawlers en visschersbooten ondergingen deze luchtaanvallen met inboeting van schip en lading, in enkele gevallen mede van de levens der opvarenden. Het is duidelijk, dat aan deze handelingen voornamelijk alleen varende kleine schepen ten slachtoffer vallen, want het alleen op avontuur uitgaande vliegtuig zal zich wel wachten, convooien aan te vallen daarbij toch zou het vuur van het luchtafweergeschut van de beschermende oorlogs schepen en de actie van de begeleidende jachtvliegtuigen nagenoeg onver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 107