435 mijdelijk tot vernietiging leiden, althans de kans op succes vrijwel uitsluiten. Hoewel het verklaarbaar is, dat Duitschland naar alle middelen grijpt om den tegenstander in zijn aanvoer te belemmeren en het eveneens voor de hand ligt, dat er zuinig moet worden omgegaan met de beschikbare U- booten en in het bijzonder met hun bemanningen, kan van deze luchtactie op den duur toch niet veel succes worden verwacht zij is tè incidenteel, de te bereiken resultaten zijn tè gering en de afweer is voor schepen met groote handelsbeteekenis door convooivorming tè afdoend. Waarschijnlijk is deze actie dan ook te beschouwen als een intermezzo in de contra-blokkade, ten einde aan de onderzeebootvloot de noodzakelijke verademing en rust te gunnen groote successen door het torpedeeren van belangrijke handels vaartuigen vallen uit deze periode dan ook niet te vermelden. Zoo kruipt deze oorlog voort aan beide zijden waakzaam en gereed tot den sprong en tot den afweer, doch tevens aan elkaar de eer van het ini tiatief ten volle overlatend. Aan weerskanten is men zuinig, ja gierig met den inzet van menschenlevens en materieel, overtuigd als men is, dat de inzet tot den aanval stroomen bloeds zal kosten en schatten aan materiaal. Al mogen de oorlogsvoorraden tot zeer groote hoogten zijn opgevoerd, al werken de industrieën op topcapaciteit, gaat men eenmaal deze voorraden aanspreken voor den materiaal-verslindenden aanval, dan is het einde spoedig te zien. In het bijzonder voor Duitschland, dat van den aanvoer over zee is afgesloten en derhalve hoofdzakelijk moet steunen op zijn bondgenooten (die echter zelf ook veel behoeften hebben) en op de neutralen, is het zaak niet toe te slaan aleer de klap ten volle verantwoord is en de econo mische toestand in het land zulks gedoogt. Voorloopig bouwt het Derde Rijk met alle krachten voort aan de economische voltooiing van het land en zoo lang de Geallieerden Duitschland niet door een offensief dwingen tot een krachtigen tegenzet, zal maarschalk Göring geen man meer inzetten en geen druppel olie meer gebruiken dan hij zelf wenscht en verantwoord acht. De ontwikkeling van de politieke verhoudingen zal dus in hoofdzaak bepalen of de zoo vaak geponeerde stelling, dat „de tijd in het voordeel van de Geallieerden is" wel ten volle bewaarheid zal worden. Zijn de krijgsverrichtingen in de verschenen maand niet van groote betee- kenis te noemen, politiek-strategisch hadden gebeurtenissen van wijde strek king plaats. Allereerst dient daarbij aandacht te worden besteed aan de liquidatie van den Russisch-Finschen oorlog. Reeds eind Februari liet het zich aanzien, dat het weerstandsvermogen van de Finnen uitgeput geraakte, dat het ontbreken van voldoende reserves ter aflossing van de strijdende afdeelingen moest leiden tot oververmoeidheid van de troepen bovendien deed zich naast de physieke inspanning een psychische overspanning gevoe len, terwijl de strijd tegen den steeds overmachtigen vijand, die over onuit puttelijke reserves beschikte, ten slotte het gevoel deed ontstaan „voor een verloren zaak te vechten". De sympathie van de geheele wereld alsmede de materieele steun van Zweden en van de Geallieerden gaf weliswaar rug- gegraat aan den Finschen tegenstand, doch op den duur bleek deze steun ontoereikend. Begin Maart doken vredesgeruchten op en nadat de Russen erin waren geslaagd, de Mannerheim-linie te doorbreken en Viborg te bedrei gen, viel op 12 Maart de beslissing te Moskou werd de vrede geteekend. Het was uiteraard te voorzien, dat Rusland eerst tot vredesonderhande lingen zou willen overgaan, na herstel van zijn prestige, dat door de groote Finsche successen ernstig in de oogen van de wereld had geledenhet was dus allereerst een kwestie van „to save his face". Doch daarnaast wist Stalin, het uiteindelijk succes uitbuitend en zich geschraagd wetend door den Duitschen bondgenoot, zoodanige territoriale voordeelen te verkrijgen, dat in feite alle Russische eischen, welke aanleiding waren tot het conflict, werden vervuld. De Finsche heldenstrijd is tevergeefs gestreden ook hel denmoed bezwijkt ten slotte voor de massa

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 108