de Scandinavische Staten de artikelen 21 en 22 wel in hun N.P.
opnemen (Sc. N.P. '12 art. 3 lid 1, '38, art. 7, lid 1), doch arti
kel 23 niet (in tegenstelling hiermede Italië, art. 19 N.P. '39).
Ter Tweede Haagsche Vredesconferentie was men het eens, dat
een prijsgemaakt schip onder prijsbemanning, hetwelk in een
haven komt van den Staat, welks nationaliteit het bezit, rechtens
vrij is en terug valt aan den eigenaar het is niet duidelijk, waar
om dit niet in het Z.O.V. is opgenomen 206)Er bestaat echter geen
reden, dezen regel niet uit te breiden tot het geheele rechtsge
bied bij deze opvatting moet ook doorvaart door de territoriale
wateren van de eigen Mogendheid vrijlating van de prijs tot gevolg
hebben. Nederland en ook andere neutrale Staten hebben dit
standpunt in den wereldoorlog ingenomen de beantwoording van
de vraag, of zulks juridisch bezien juist was, zijn de oor
logvoerenden uit den weg gegaan 207).
Artikel 22 laat zich in tegenstelling met artikel 21 niet uit over
de t.a.v. de prijsbemanning te volgen gedragslijn het ligt echter
voor de hand, dat deze gelijk is 208)Als andere onvolkomenheid
wordt wel genoemd dat artikel 21 niets bepaalt inzake de mate
van herstel van averij en bevoorrading, welke onderwerpen v.w.b.
oorlogsschepen uitvoerig zijn geregeld. O.i. is het echter niet noo-
dig, hieromtrent nadere voorschriften te geven (vergelijk noot
204), behoudens wellicht t.a.v. het geval van onmogelijkheid van
reparatievolgens Francois behoort men dan tot interneering
over te gaan, doch Oppenheim is van andere meening 208)Even
min is het noodig, nadere voorschriften te geven omtrent de be
handeling van prijsbemanningen, welke een prijs gemaakt schip
in neutraal rechtsgebied opgeven zij zijn te beschouwen als troe
pen van oorlogvoerenden komend binnen onzijdig rechtsgebied
en derhalve te interneeren 207), 209).
Hoe is nu het huidige Nederlandsche standpunt Binnenkomst
wegens onzeewaardigheid, slechte gesteldheid der zee en gebrek
aan brandstof of levensmiddelen wordt niet langer toegestaan.
Het toelatingsverbod van artikel 11 N.P. '39 is integraal, maakt
geen uitzonderingen meer prijs en bemanningen worden vrij,
wat ook de reden van binnenkomst is. Met zeenood en averij wordt
nog slechts in zooverre rekening gehouden, dat de prijsbemanning
in deze bijzondere gevallen niet, doch overigens wel wordt geïnter
neerd.
Gelet op vorenvermeld in de jaren 19141918 t.a.v. door buit-
making of requisitie door oorlogvoerenden verkregen schepen ge
volgde gedragslijn zou het van belang zijn geweest, in de N.P. 39
van het huidige standpunt te doen blijken. Nu zulks niet het
20°) Francois, blz. 532.
Vanselow, blz. 463, Somlo-Walz, blz. 239; Francois, blz. 532 en 535.
20S) Frangois, blz. 531 Oppenheim, 328.
20°) Vanselow, blz. 464; Somlo-Walz, blz. 238.
342