Artikel 39. De oorlogvoerende luchtvaartuigen Zijn gehouden de rechten der onzijdige Mogendheden te eerbiedigen en zich in het rechtsgebied van een onzijdigen Staat te onthouden van elke handeling, waarvan het beletten tot den -plicht van dien Staat behoort. Dit artikel loopt geheel evenwijdig met artikel 1 L.O.V. en Z.O.V. en zou na hetgeen daaromtrent is opgemerkt geen aanlei ding geven tot nadere beschouwingen, ware het niet, dat den laat- sten tijd weder is getornd aan de geleidelijk gegroeide opvatting, dat tot het rechtsgebied van den Staat behoort de naar hoogte niet begrensde lucht boven de van dat gebied deel uitmakende land- en watergebieden met de daaruit voor den onzijdigen Staat voortvloeiende verplichting tot afweer van neutraliteitsschending op elke hoogte22S)De eerste afwijkende oplossing wil, onder afkondiging van onbeperkte souvereiniteit in de lucht tot op on begrensde hoogte, overvlucht boven een bepaald hoogte toestaan wegens technische onmogelijkheid, deze souvereiniteit te hand haven. Radicaler is het voorstel, het rechtsgebied in de lucht te beperken, bijv. tot een hoogte van 3Ö00 m. Deze afwijkende opvattingen worden, o.m. door de Groep Nederland van de Ver- eeniging van Toehoorders en oud-Toehoorders van de Academie voor Internationaal Recht, bepleit op grond van zeer aanvecht bare militaire en juridische argumenten. Voor militaire lezers behoeft het wel geen nader betoog, dat instelling van een „terri toriale luchtzone" het aantal moeilijkheden en verwikkelingen bij de handhaving van de onzijdigheid door het karakter van het luchtwapen en den luchtafweer slechts kan vergrooten. Uit een oogpunt van internationaal recht valt tegen de voorstellen aan te voeren, dat zij uitgaan van een foutieve interpretatie van, dan wel „op losse gronden in twijfel trekken dezen elementairen regel van neutraliteitsrecht, dat de neutrale Staat ten afweer van neutra liteitsschending tot niet meer is verplicht dan tot „user des moyens dont il dispose"." 229)Het zou ons te ver voeren, vorenbedoelde argumenten hier te weerleggen wij volstaan met verwijzing naar de vrij uitgebreide recente literatuur ter zake 230). Nederland en .Italië huldigen blijkens art. 1 van hun N.P. '39 de opvatting van 350 22S) Somlo-Walz, blz. 52, 311 en 317 Kunz, blz. 193, 195 en 299 Fauchille, 147612Spaight, blz. 421. 22°) De Gids, Oct. '39, Prof. Mr. Telders. De neutraliteitsproclamatie 1939. Dit artikel is in het Engelsch verschenen in B.C.I.A., Dec. '39 en als hoofd stuk II in de brochure „Nederlands Onzijdigheid". 23°) M.S. Jan. '39. Mj. Nijhoff, Neutraliteitsrecht in de lucht I.G. Oct. '39, Neutraliteit in de lucht, ook in Ned.-Indië Mar. B., Nov. '39, De neutraliteit in de lucht. De 2e en 3e bron behandelen hoogergenoemd rapport van de Groep Nederland enz., hetwelk in extenso is afgedrukt in de 3e bron. Zie ook De Vliegwereld, 3-8-'39.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 21