gendheid te verrichten, dan wel instrumenten of materiaal hezit of vervoert, waarvan de opstelling of het gebruik dat luchtvaar tuig in staat zou stellen, een aanval uit te voeren, indien er rede nen zijn aan te nemen, dat dit luchtvaartuig is bestemd om tegen een oorlogvoerende Mogendheid te worden gebruikt (2) het vertrek te beletten van een luchtvaartuig dat onder zijn bemanning eenigerlei lid telt van de strijdmachten van een oorlogvoerende Mogendheid (3) de uitvoering te beletten van werkzaamheden aan een luchtvaartuigbestemd om het vertrek in strijd met het doel van dit artikel voor te bereiden. Bij het vertrek door de lucht van ieder door op onzijdig rechts gebied zich bevindende personen of vereenigingen aan een oor logvoerende Mogendheid verzonden luchtvaartuig moet de onzij dige Regeering voor die vliegtuigen een route voorschrijven die de nabijheid van de militaire operaties van den anderen oorlog voerende mijdt en alle waarborgen verlangen, noodzakelijk om zich te verzekeren dat die luchtvaartuigen de voorgeschreven route volgen. Van de vorenstaande artikelen komen overeen artikel 44 met artikel 6 Z.O.V., artikel 45 met de artikelen 7 L.- en Z.O.V., ter wijl artikel 46 van overeenkomstige strekking is als artikel 8 Z.O.V. derhalve moge in de eerste plaats worden verwezen naar de beschouwingen omtrent de genoemde artikelen van het L.- en Z.O.V. (I.M.T. 1939, blz. 785 1940, blz. 114). Vergelijking van artikel 8 Z.O.V. met artikel 46, hetwelk zoowel betrekking heeft op militaire als op niet-militaire, op belligerente als op on zijdige luchtvaartuigen, leert voorts, dat het laatste in verschillend opzicht verder gaat, doch de vraag mag worden gesteld, of het bepaalde in de tweede alinea van laatstgenoemd artikel uitvoer baar is en derhalve practische waarde heeft. Spaight betwijfelt zulks en is daarom de overtuiging toegedaan, dat artikel 46 nog dringend herziening behoeft, wil het ooit tot gecodificeerd recht worden 239)Art. 19 Ned. N.P. '39 wijkt in verschillende opzich ten af van artikel 46 O.R.L. de onder (1) in laatstgenoemd arti kel voorkomende koppeling van de eerste of tweede aan de derde voorwaarde is losgelaten, die derde nu zelfstandige voor waarde is verzacht, terwijl de tweede alinea geheel is weggelaten. Door e.e.a. wordt n.o.m. evenzeer doch op practischer wijze het doel van artikel 46 bereikt. Artikel 47. Een onzijdige Staat is gehouden, de maatregelen te nemen waarover zij beschikt om luchtw aarneming en binnen zijn rechtsgebied te beletten van bewegingen, operaties of verdedi gingswerken van een oorlogvoerende met het doel den anderen oorlogvoerende in te lichten. 354 23Ej Spaight, blz. 462.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 25