betrekkelijk weinig moeite aan de omgeving kunnen worden aan
gepast. Het gebruik van railbanen kan verradelijk zijn. Maakt men
daarvan gebruik, dan behooren zij te worden doorgetrokken tot
andere objecten, waarop zij logisch aansluiten. Bijv. kan men in
zee een stijger bouwen en vandaar een railbaan aanleggen naar
een „opslagloods" tevens remise van het zoeklicht. Staat de remise
te midden van steenen woonhuizen, dan zal zij er ook als een
steenen woonhuis uit moeten zien het gebruik van een railbaan
voor het in stelling brengen is dan uit den booze. Men zal dan
bijv. de remise kunnen doen bestaan uit twee „vertrekken",
waarvan een de eigenlijke remise vormt, terwijl het andere met
een daarboven liggende verdieping of opklapbaar dak wordt
gebruikt als opstellingsruimte voor het in werking zijnde zoek
licht, dat dan bijv. door middel van een lift naar de bovenver
dieping wordt gebracht, dan wel van de benedenverdieping ver
ticaal naar boven schijnt in de bovenverdieping, waar een schuin
staande spiegel het licht (zij het ook met geringere lichtsterkte)
naar buiten werpt.
Ook de meestal bij het zoeklicht behoorende motorkamer dient
op niet in het oog vallende wijze te worden ingericht. Het spreekt
vanzelf dat voor het verkrijgen van een goede oplossing tal van
variaties mogelijk zijn. Wordt een zoodanige oplossing niet gevon
den, dan is de kans groot dat het zoeklicht overdag reeds bij
luchtverkenningen herkend en vervolgens vernietigd wordt. Tegen
vernietiging van een zoeklicht bij nacht bestaan slechts twee mid
delen, t.w. ophouden met schijnen (dus intermitteerend schijnen)
of verplaatsing. Het laatste is alleen mogelijk met mobiele zoek
lichten, en met zoeklichten, geplaatst op décauville-banen of
indien op het betrokken kustgedeelte spoorbanen aanwezig zijn
op spoorwagens. Laatstbedoelde zoeklichten beiden nog het
voordeel dat ze overdag in overdekte loodsen bij spoorwegempla
cementen kunnen worden opgeborgen en daardoor geheel aan
de waarneming onttrokken zijn. Tenslotte kan voor het schijnende
zoeklicht ook nog een betrekkelijke veiligheid worden bereikt
door toepassing van de hiervoren genoemde methode van verticaal
schijnen via een spiegel, vooral indien de spiegels snel kunnen
worden neergeklapt, en de bovenruimte met een pantserplaat is
afgedekt.
Doordat het vegen van een mijnenveld bij voorkeur des nachts
zal geschieden, is het gewenscht, dat dit veld ligt binnen de wer
kingssfeer van de zoeklichten. Het gevolg hiervan is, dat door
artillerie beschermde mijnenvelden in het algemeen niet ver uit
de kust zullen kunnen liggen. Is het niettemin gewenscht, op
grooteren afstand uit de kust een mijnversperring te leggen, dan
geschiede dit bij voorkeur binnen den vuursector van een of meer
kustbatterijen, omdat dan overdag het vegen door die batterijen
kan worden tegengegaan, terwijl bij duisternis, slecht zicht of
verneveling daarop dan toch met gebruik van lichtgranaten, met
361