luchtwaarneming (valscherm-lichten) of desnoods zonder waar neming kan worden geschoten (storend vuur). Daar mijnenvegers meestal ongepantserde en zwak bewapende vaartuigen zijn, zijn voor de bestrijding hiervan alleen scherf- granaten noodig. Voor de andere aan diezelfde batterijen toeval lende taken is echter ook andere munitie noodig, t.w. pantser granaten voor bestrijding van de begeleidende oorlogsschepen en granaatkartetsen voor bestrijding van de sloepen en de daaruit debarkeerende landingsechelons. Indien wordt beschikt over zware batterijen voor den artilleriestrijd, zouden de pantser granaten voor het lichtere geschut uit dien hoofde wellicht achter wege kunnen worden gelaten, doch dan blijft die munitie gewenscht voor versterking van het vuur van de zware of mid delbare batterijen of voor gelijktijdige bestrijding van andere schepen. Zooals reeds eerder werd opgemerkt verdient het aanbeveling, indien het beloop van de kust of de vaarwaters daartoe aanleiding geeft, bepaalde batterijen, die hoofdzakelijk met de bestrijding van de landende troepen worden belast, flankeerend op te stellen. Deze batterijen zullen echter zoodanig moeten worden geplaatst, dat zij niet op hun beurt van zee uit onder werkzaam flankeerend vuur genomen kunnen worden. Vanwege den kleinen vuursector zullen de stukken veelal in betonkazematten kunnen worden opgesteld, hetgeen hun vuur practisch onuitdoofbaar maakt. Deze batterijen zullen zoo laat mogelijk het vuur openen om zich niet te demaskeeren en in elk geval niet deelnemen aan den artillerie- strijd. Zij behoeven derhalve niet over pantsergranaten te beschik ken, doch wel over granaatkartetsen en scherfgranaten, omdat die bij flankeerend opgestelde batterijen een aanzienlijke uitwerking op de naar de kust varende sloepen kunnen hebben. Voorts zul len deze batterijen, indien zij zelf niet rechtstreeks bedreigd wor den, kunnen medewerken aan het beletten van de uitbreiding van den gelanden vijand en aan tegenaanvallen. Deze taken zul len overigens beter kunnen worden opgedragen aan bij de kust verdediging in te deelen veldbatterijen, die zich voor de bestrij ding van snel bewegende zeedoelen minder goed leenen. Mobiele kustbatterijen. In de na-oorlogsche jaren maakte de ontwikkeling van het mobiele luchtdoelgeschut op kruisaffuit snelle vorderingen. Al spoedig kwam toen de gedachte op, een zelfde soort affuit te bezigen voor mobiel kust- en veldgeschut, waardoor het mogelijk zou zijn een schootsveld van 360° en een maximum elevatie van om en nabij 90° te verkrijgen. Vooral in Amerika werden een tiental jaren geleden op dit gebied belangrijke proeven genomen. De voor dit geschut gebezigde affuiten hebben als regel twee als bij een spreidaffuit samenklapbare beenen en een of twee losse beenen. Het gebruik is dan zoo, dat bij het in stelling komen 362

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 33