Hieruit volgt, dat door de batterijen in vaste opstelling bij voorkeur niet bij nacht op verkennende vliegtuigen moet worden geschoten en voorts dat voor alle mobiele batterijen reserve opstellingen moeten zijn verkend en voorbereid. Bij toewijzing van luchtdoelgeschut voor de directe beveiliging van achterwaarts opgestelde zware of middelbare kustbatterijen, zal dit op zoodanigen afstand van die batterijen moeten worden geplaatst, dat verneveling daarvan de luchtdoelartillerie niet tot werkeloosheid doemt. LUCHTSTRIJDKRACHTEN. Bij de bespreking van de kustartillerie hadden wij reeds gele genheid te wijzen op de onmisbaarheid van artillerie-waarne- mingsvliegtuigen ten behoeve van de vuurleiding der vèrdra- gende batterijen. In het aangehaalde artikel van kap. VAN DAM wordt de samenwerking van luchtdoelartillerie en jachtvliegdienst besproken. Rest ons dus nog te wijzen op de beteekenis van ver- kennings- en van bombardements- of gevechtsvliegtuigen voor de kustverdediging. De verkenningen te water en in de lucht zullen als regel meer in het raam van de landsdefensie worden gelasthet stellen van verkenningsvliegtuigen onder de bevelen van commandanten van met kustverdediging belaste detachementen zal dus in het alge meen niet behoeven te geschieden, tenzij 'svijands handelingen, of de eigen dislocatie daartoe aanleiding geven. Hetzelfde kan worden gezegd t.a.v. bombardements- en gevechts vliegtuigen. Echter zullen, zoodra de vijandelijke vlooteenheden komen binnen de werkingssfeer van de kustartillerie, ook de luchtstrijdkrachten ten nauwste met den commandant der kust verdediging moeten samenwerken en bij voorkeur onder diens bevelen worden gesteld. Beschikt de tegenstander slechts over enkele op de oorlogs schepen meegevoerde watervliegtuigen, waarmede de jachtvlieg tuigen gemakkelijk kunnen afrekenen, dan zullen de offensieve luchtstrijdkrachten kunnen worden gebruikt voor het bombar deeren van voor anker gaande of op en neer houdende schepen, dan wel voor het mitrailleeren van naar de kust varende sloepen. Beschikt de tegenstander echter over landvliegtuigen, hetgeen wijst op de aanwezigheid van een tusschenbasis (welke als regel wel bekend zal zijn) of van een vliegdekschip, dan zal die basis of dat schip allereerst moeten worden opgespoord en vernietigd. Tevens zal een zoo groot mogelijk aantal jacht- en gevechtsvlieg tuigen nabij het landingspunt moeten worden gereedgehouden (ten deele in de lucht) om buiten de werkingssfeer der luchtdoelbat terijen de naderende vlieg'tuigverbanden te verbreken en te bestrij den of de wegvliegende toestellen te achtervolgen. Het meesterschap in de lucht in de naaste omgeving van het te verdedigen kustvak bevordert in hooge mate de wapenwerking 366

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 37