de luchtverdediging (luchtdoelartillerie en vliegdienst) moeten een behoorlijke bescherming zoowel tegen bomaanvallen als tegen aanvallen in scheervlucht waarborgen offensieve luchtstrijdkrachten moeten worden beschikbaar gesteld, zoodra de behoefte daaraan zich doet gevoelen. Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat voor alle wapens (c.q. in het achterland) een zoo ruime hoeveelheid munitie en voorts een zoodanige hoeveelheid herstellingsmaterieel beschikbaar moet zijn, dat ook herhaalde landingspogingen met kracht kunnen wor den afgewezen. Voorts zal ook gedurende den afwachtingstoe- stand aan de legering, de verpleging en de geneeskundige ver zorging van de bezetting zeer veel zorg moeten worden besteed. Het zal niet altijd mogelijk zijn aan al de door ons geformu leerde eischen te voldoen. Men geve er zich dan rekenschap van, dat de eischen waaraan wel kan worden voldaan in dat geval met des te meer nauwgezetheid zullen moeten worden vervuld, en houde zich overigens aan het devies „Het beste is voor den soldaat nog niet goed genoeg". Terloops vestigden wij er reeds de aandacht op, dat aan de kust verdediging in onze voorschriften betrekkelijk weinig aandacht is besteed. Mogen deze verhandeling, en afwijkende inzichten, waar van verschillende lezers naar wij hopen, blijk zullen geven, er toe bijdragen, dat in onze tactische voorschriften aan de eerste krijgshandeling, die ons te wachten staat, meer plaats en aan dacht worde verleend. 368 -A

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 39