8. DE AAN HET TRACTIE MATERIEEL C.A. BIJ DE
GEMOTORISEERDE ARTILLERIE TE STELLEN
TECHNISCHE EISCHEN
door
A. VAN HILLEGONDSBERG,
Majoor der Genie.
INLEIDING.
In de Februari- en Maart-nummers van het I. M. T. gaf de
Majoor der Artillerie A. HAVERKAMP een uitvoerig overzicht
o.m. van de in samenwerking met den Militairen Automobieldienst
gehouden proeven met verschillende soorten tractiematerieel c.a.
en van de daarbij verkregen resultaten.
S. heeft daarbij in den aanvang op den voorgrond gesteld, dat
de proefnemingen grootendeels van artilleristisch-technischen aard
waren, terwijl bij de formuleering van de aan het tractiematerieel
te stellen eischen, de tactische bestemming van het geschut een
overheerschenden factor vormde. Evenwel werd daarbij aangetee-
kend, dat bedoelde eischen mede werden beïnvloed door factoren
van motortechnischen aard, waarbij ook het vraagstuk betreffende
de voorziening in onderdeelen in de beschouwing moest worden
betrokken.
Laatstgenoemde factoren, waaromtrent S. stipuleerde dat zij
in zijne verhandeling buiten beschouwing zouden worden gelaten,
zijn nochtans van dusdanig belang, dat hierop thans afzonderlijk
wordt teruggekomen.
Alvorens tot de eerderbedoelde proefnemingen kon worden over
gegaan werden aan de hand van de tactische eischen en de beschik
bare fabrieksgegevens, eerst theoretisch de aan tractievoertuigen
te stellen algemeen technische eischen vastgelegd, waarna als
resultaat van de practische proefnemingen met diverse gedemon
streerde modellen waarbij alleen die modellen in aanmerking
kwamen, welke in meerdere of mindere mate aan die theoretische
eischen voldeden de definitieve technische eischen konden wor
den opgesteld.
Behalve proeven met tractievoertuigen werden ook proefnemin
gen gehouden met z.g.n. commandowagens, waarbij twee verschil
lende typen waren te onderscheiden, nml. de gewone commando-
autolette, die zich niet in minder begaanbaar terrein behoeft voort
369