2. Rupsvoertuigen (Militair typemax. wegsnelheid ca. 60 km/u.). a. Het chassis. Het chasis is uiteraard reeds voldoend stijf geconstrueerd omdat de aandrijvingsbrug hierop steeds vast is gemonteerd, evenals de astappen der bogie-wielen. Het chasis behoort aan de onderzijde door middel van een stalen plaat te zijn afgesloten, zoodat bij terreinritten en waterdoorgangen geen hinder wordt ondervonden van het binnendringen van modder of water. Een open constructie zou aanleiding geven tot nadeelige beïnvloeding van de besturings- en aandrijvingskoppelingen. fa. De veering. De beste veering is die, welke wordt aange troffen bij de constructie, toegepast door Vickers-Carden-Loyd bij haar lichte tanks, artillery- en fighting-tractoren. Deze con structie is nml. uitgevoerd d.m.v. pivoteerende bogie-wieldragers, paarsgewijze schaarvormig opgehangen en gecontroleerd door dub bele spiraalveeren. c. De aandrijving. Een aandrijving aan de voorzijde van het voertuig verdient de voorkeur en wel terwille van den eenvoud van de besturingsorganen, aangezien het bij dit type voertuig in tegenstelling met den land'bouwtractor een gebiedende eisch is dat de bestuurder zijn plaats vóórin heeft. Als gevolg van een en ander is de motor achterin opgesteld, de radiateur, voorzien van een blaasventilateur, geheel aan de achterzijde bij het duiken in een plas of waterloop zal zoodoende het eventueel binnen komende water niet onmiddellijk door de fan over den motor worden gesproeid, doch daarentegen uit den tractor worden geblazen. d. De besturing. Men heeft de navolgende voornaamste syste men (1) Een meervoudige platenkoppeling met een rem voor het nemen van zeer korte bochten. (2) Een rem-differentiaal-werking. (3) Een bogie-wiel-verstelling plus rem-differentiaal-werking. (4) Het in werking stellen van een planetair differentiaal-systeem (en voor zeer korte bochten koppeling-rem-systeem) Terwille van den eenvoud en de goede werking wordt de voor keur gegeven aan eerstgenoemde constructie, hoewel de sub (4) genoemde het voordeel heeft, dat de stuurkoppelingen bij het rijden over den weg niet steeds behoeven te werken daar volstaan kan worden met bijsturen door middel van het planetaire systeem. e. De motor. Hiervoor geldt hetzelfde als vermeld onder A, sub 1, ad e. De overbrengingsorganen. Voor wat betreft den gangwissel kan worden verwezen naar het vermelde onder A, sub 1, ad f. De reductiekast kan hierbij echter gevoeglijk achterwege blijven, 373

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 44