2. DAGORDER Nr. 1
VOOR HET
KONINKLIJK NEDERLANDSCH-INDISCHE LEGER
1940.
Het heeft Harer Majesteit de Koningin behaagd mij op te
dragen, aan het Korps Maréchaussée in Atjeh en Onder hoorig-
heden ter gelegenheid van zijn vijftigjarig bestaan Hoogst Derzel-
ver gelukwenschen over te brengen.
Mij te mogen kwijten van deze opdracht vervult mij met erken
telijkheid en vreugde.
Erkentelijk en verheugd zult ook Gij allen zijn, opnieuw te
ervaren, dat onze geëerbiedigde Vorstin met Hare gedachten bij
U is, ook en vooral in de huidige voor het Rijk zoo moeilijke
omstandigheden.
Moge dit bewijs van medeleven, gegeven op den dag, waarop
wij in het bijzonder het Korps Maréchaussée in Atjeh en Onder-
hoorigheden en zijn zoo roemrijk verleden gedenken, U sterken
in Uw vasten wil, Uw plicht te vervullen met ernst, toewijding
en blijmoedigheid, tot heil van deze schoone gewesten, van het
Koninkrijk der Nederlanden en van ons geliefd Vorstenhuis.
Leve de Koningin
Hoofdkwartier.
BANDOENG, den 2e April 1940.
De Legercommandant,
G. J. BERENSCHOT.
333