ongeveer 40 km van de stad bevonden en na afloop daarvan de Chineezen erin geslaagd zijn NanNing tot op 10 tot 16 km te naderen, waar zij zich nog bevinden. Uit dit resultaat kan men moeilijk een andere conclusie trekken, dan dat het Japansche offensief ondanks de betere „fighting abilities", welke de Japanners zich zoo bescheidenlijk toekennen, een mislukking is geworden. Volgens de Chineesche autoriteiten is deze mislukking geheel te wijten aan het Chineesche tegenoffensief, waarvan de Japan sche opperbevelhebber in het geheel geen melding maakt. Het succes van dit tegenoffensief, aldus een militaire autoriteit, hing van twee voorwaarden af. In de eerste plaats van de mogelijkheid de Chineesche troepen ondanks de Japansche omsingeling vast te houden in hun posities, en in de tweede plaats van de gunstige beantwoording van de vraag of de Chineesche troepen in staat zouden blijken (wat hun vaardigheid betreft) tijdig de hun voor het tegenoffensief en flankbedreiging aangewezen opstellingen in te nemen. „De Chineesche troepen voerden de gegeven bevelen „met de grootste nauwgezetheid uit. Zij bleven den KunLun-pas „bezet houden, terwijl de voor het tegenoffensief aangewezen troe- „pen op de aangegeven tijdstippen hun posten bereikten. De „Japanners zagen spoedig het precaire van hun positie te Ping- „Yang in. Waren zij verder n.w. opgerukt, dan zouden slechts „weinigen zijn teruggekeerd. Nu trokken zij overhaast in z.w.- „richting terug." In SuiYuan hadden de Japanners in '37 slechts de spoorlijn tot PaoTow 'bezet, alsmede een twintigtal steden in het o. deel van de provincie. Inderdaad was niet het tiende deel van het gebied onder de heerschappij van het Japansche KwanTung-leger. Dit had aanvankelijk in '38 in ChaHar, SuiYuan en het n. deel van ShanSi drie puppet-regeeringen gevormd, doch in September '39 zijn deze tot een enkele onder prins Teh samengesmolten. De hoofdstad is Kalgan. Het daar aanwezige leger bestaat uit 8 cava- lerie-divisies, waarvan 3 onder Chineesche en 5 onder Mongool- sche aanvoerders, alsmede 2 Japansche infanterie-divisies. Tegen 10 Januari van dit jaar vielen de Chineezen verschil lende steden in SuiYuan aan (o.a. KweiSui en KuYang). De Japanners vroegen om versterking van PePing. Op 22 en 23/1 werden de Japanners bij PaiLingMiao door de Chineezen met zware verliezen geslagen en in de richting van PaoTow terug gedrongen. 'Op 30/1 hadden de Japanners hun voorbereidingen voltooid en begonnen van PaoTow uit met ongeveer 30.000 man en 150 vrachtauto's den opmarsch in w. richting, begeleid door vliegtuigen. De Chineesche troepen ter sterkte van ongeveer 25.000 man onder generaal MaChanShan en FuShaoYi trachtten dezen opmarsch vergeefs te stuiten. De Japanners rukten in verschillende colonnes ter weerszijden van den hoofdweg naar WuYuan op, een colonne marcheerde langs den z.-oever der bevroren Gele rivier, 393

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 66