kunnen vaststellen is, dat het Japansche leger in deze periode
zijn krachten concentreert op het afsnijden van het „vrije" China
van de buitenwereld. Met beide handelingen hebben de Japansche
militairen erkend le hun onmacht China met geweld van wapenen
te overwinnen, en 2e dat zij thans die overwinning trachten te
bereiken door eene economische blokkade.
Of dit doel met een blokkade zal kunnen worden bereikt valt
te betwijfelen. Niet alleen ligt China naar het westen geheel open,
doch ook langs de Chineesche fjordenkust is het voor de Japan
ners met de hun ten dienste staande middelen niet goed mogelijk
een blokkade effectief door te voeren. Maar zelfs indien dit
wel het geval ware, wat dan nog China is een land, waarvan
de landelijke bevolking volkomen onafhankelijk van het buiten
land kan bestaan. Het verbouwt al zijn levensbehoeften en kan
nog steeds voldoende uitvoeren om een industrie op te bouwen,
waarvoor zijn bodem bijna alle grondstoffen levert (tin, zink, anti
moon, lood, wolfram, koper, kwikzilver, ijzer en steenkool)
Bovendien wordt met kracht gewerkt aan de verbetering der ver
bindingen naar het w. en z.w. SinKiang en Birma zoodat
het effect der blokkade langzaam maar zeker verzwakt.
Over andere middelen om de Chineesche regeering „op de
knieën" te brengen dan vechten en 'blokkeeren beschikt de Japan
sche militaire macht niet en het ziet er dus wel naar uit, dat
deze onderneming tegen de zelfstandigheid van China, waarvoor
zij uitsluitend de verantwoordelijkheid draagt, van militair stand
punt beschouwd thans volkomen is vastgeloopen. In Japan schijnt
dit feit niet te worden vermoed. Het eenige wat de militairen
daar ter publicatie toelaten, zijn de overwinningsberichten betref
fende de verschillende offensieven. Domei vermeldt echter nim
mer het einde van die operatiën en den terugkeer der Japanners
binnen hun oude linies. Uit de Japansche pers krijgt men den
indruk, dat het Japansche volk vrijwel volkomen onwetend is
omtrent den werkelijken toestand in China en het is begrijpelijk,
dat de Japansche militairen geen reden hebben de teleurstellende
resultaten van dezen milliarden verslindenden strijd, die weldra
drie jaar zal hebben geduurd, den volke bekend te maken.
Deze toestand kan niet onbeperkt voortduren. Uit de toenemende
inflatie moet het volk ten slotte wel gewaar worden, dat er iets
met het Chineesche „incident" niet in orde is. Sommigen meenen
reeds nu de eerste teekenen van onrust in het Japansche volk
waar te nemen. Het incident Saito zou een der uitingen daarvan
zijn. Het eenige gebied, waarop het volk wel wordt voorge
licht is het politieke. Wat het op ander gebied te kort komt, ont
vangt het op dit gebied te veel. Deze politieke berichten door
Domei het Japansche nieuwsagentschap uit verschillende
plaatsen in China afgezonden en dus geheel geïnspireerd door
de Japansche militaire autoriteiten, bewegen zich op tweeërlei
gebied. Eenerzij ds behandelen zij de uiteenvalling van het Chiang-
395