13. UIT DE PERS.
A. De Telegraaf van 18 Februari 1940 bevat een voor nadruk
verboden artikel van den defensiemedewerker van dit blad, geti
teld „Indië's maritieme verdediging Juiste voorlichting nood
zakelijk Nederland krijge waar voor zijn geld"
B. In het Utrechtsch Nieuwsblad van 6 Maart 1940 gaf Mr. E.
Baron van Heerdt tot Eversberg de volgende bestrijding van die
meening.
404
S. merkt op, dat het noodzakelijk is dat het Nederlandsche volk
j „volledig en niet eenzijdig worde voorgelicht omtrent het vlootvraag-
stuk en de defensie van Ned.-Indië en men zich terzake niet steeds
willoos mag neerleggen bij het oordeel van marine-autoriteiten, die
elk argument tegen de uitvoering van het slagkruiser-plan verwer
pen als „gepraat van ondeskundigen", al behoort daartoe ook de oud
chef van den marinestaf, die niet nalaat, op goede gronden van zijn
afwijkende meening te doen blijken".
NEDERLANDSCH-INDIË'S VERDEDIGING.
Berust vliegtuig-theorie op een ondeugdelijke basis
SOMMIGEN ZEGGEN: WIJ HEBBEN NOODIG EEN ZEEGAANDE
VLOOT MET OFFENSIEVE KRACHT.
In een drietal in December in het Utrechtsch Nieuwsblad verschenen
artikelen heeft de gep. Vice-Admiraal Mr. J. C. Jager de stelling ver
dedigd, dat een sterke luchtmacht van landvliegtuigen naast een
bescheiden vloot Indië veilig kan stellen. Alvorens 'hieronder in het
korte bestek, dat de redactie mij welwillend heeft verleend, eenige
argumenten tegen Mr. Jager's denkbeeld aan te voeren, wil ik hem
t mijn hulde brengen voor de suggestieve kracht van zijn artikelen
immers het is geen gering succes (de unanieme overtuiging naar het
actieve corps zeeofficieren) een zoo door veroordeelde meening bij
een groot publiek ingang te doen vinden.
Doch terzake Als voorwaarde voor het slagen van een defensie door
bombardementsvliegtuigen stelt Mr. Jager het volkomen functionnee-
ren van een verkenningsvloot bestaande uit een drietal lichte kruisers
en verder jagers en onderzeeërs. Indien de vijand zou beginnen met
die verkenningsvloot terug te drijven, is die voorwaarde reeds niet
meer vervuld en valt het geheele stelsel in duigen. Indien b.v. Japan
voor het terugdrijven van onze verkennigsvloot slechts V3 van zijn
lichte strijdkrachten afzonderde, zou het met 4 zware en 8 a 9 lichte
kruisers benevens 28 groote jagers reeds over een overweldigende
meerderheid beschikken.
Laat ons echter aannemen, dat de vijand onze verkenningsvloot met
rust laat (om in Mr. Jager's gedachtengang te blijven) dan zal hij voor
de landing het gunstigste oogenblik uitkiezen zoowel wat de weers
omstandigheden als het seizoen en het uur betreft. Hij heeft immers