nog erfgenaam van een door de Revolutie en de Napoleontische oorlogen afgesloten tijdperk, anderdeels als souverein vorst zelf vragend om een grondwet en in veel opzichten zijn tijd ver vooruit. Twee instellingen zullen voor altijd aan zijn naam verbonden blijven, de Nederlandsche Handels Maatschappij en de Militaire Willemsorde. De eerste bedoeld om den draad weer op te vatten, die de oude V.O.C. had laten vallen, de tweede om aan de weer macht van den nieuwen staat een brevet van adeldom uit te reiken, haar een waardige plaats in het staatsbestel en de oogen van de natie te verzekeren. Voor het eerst werd in Nederland naar het voorbeeld van de Maria Theresia orde en het Legioen van Eer een orde gesticht, die alleen door uitstekende daden van moed beleid en trouwe zou kunnen worden verdiend door iedereen, van hoog tot laag, zonder onderscheid van rang of stand. Men kon snel werken in die dagen. Op 25 Maart 1815 schrijft de Commissaris-Generaal van Oorlog, de generaal Jansens, een brief aan den Koning waarin hij het voorstel doet, een ridderorde in te stellen ter belooning van uitstekende militaire en civiele deugden. Reeds den volgenden dag teekent Z.M. een besluit waarbij de Hooge Raad van Adel opdracht krijgt, zoodra mogelijk te advi- seeren betreffende het teeken en de spreuk voor een militaire en civiele orde. Op 21 April zijn de adviezen binnen, zoowel van den Hoogen Raad van Adel als van den Raad van State, die inmid dels ook werd gehoord op 24 April heeft de Kpning reeds beslist en gaat een ontwerp van wet uit Brussel naar de Staten Generaal in Den Haag, die reeds na drie dagen er hun goedkeuring aan hebben gehecht, zoodat op 30 April 1815 de Wet op de Militaire Willemsorde door Koning Willem I geteekend kan worden. Weinig kon de Koning toen vermoeden, dat reeds zes weken later op het slagveld van Quatre Bras de eerste ridderorden met het devies Moed, Beleid, Trouw zouden worden verdiend. De Willemsorde had haar vuurdoop ontvangen. We leven thans een en een kwart eeuw later. De Willemsorde is geworden wat de stichter er van verwachtte. Meer zelfs, het werd in den loop der tijden steeds moeilijker het kruis der eere te verdienen. In het begin was men nog al royaal er zijn toen ridders benoemd, die weliswaar goed werk hadden verricht, doch zonder zich aan levensgevaar bloot te stellen. De lange vredesperiode heeft niet ontbindend gewerkthet tegen deel is waar. Ons volk heeft ook in de afgeloopen 125 jaar zijn aard niet ver loochend, maar al te vaak werd op de noodzakelijkste uitgaven voor de weermacht beknibbeld, doch desondanks behield de Wil lemsorde haar waarde, want, naarmate de gelegenheden om haar te verdienen zeldzamer werden, stelde men hoogere eischen. Zij is nog immer de militaire orde bij uitnemendheid, de dragers 336

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 7