komen, waarmede de strijd ter zee tegen eiken tegenstander is op te nemen. Zijn deze niet te betalen, omdat de regeering slechts een beperkt bedrag beschikbaar kan stellen daarover straks nog nader dan neme men geen schepen, die slechts in de vlucht hun heil kunnen zoeken, maar voor de eigenlijke offensieve actie, waar het in Indië bovenal op aankomt, te zwak zijn. Offensief optreden tegen welke vijandelijke vloot ook, is dan alleen met een superieure lucht macht mogelijk. Daarmede is wel 100 pCt. veiligheid te bereiken. Alleen moet dan onze actie beperkt blijven tot ons gebied en een smalle strook daarbuiten. Onze zelfstandigheidspolitiek vordert ook niet meer, maar de marine droomt van heel andere offensieve acties in samenwerking met andere groote mogendheden en ziet blijkbaar niet met welk vuur zij speelt. Juist ieder, die een krachtige zelfstan digheidspolitiek voor ons Koninkrijk voorstaat, moet zorgen binnen eigen terrein zoo sterk mogelijk te zijn, dat niemand het zal wagen ons gebied te schenden, maar het is onjuist, wat de heer v. H. beweert, dat die politiek in de toekomst nauw verbonden is met het prestige, dat wij aan het bezit van een vloot van drie slagkruisers van 25000 ton ontleenen. Zoo wil men ons volk suggereeren op de wijze van 'Onze VlootZelfs de regionale verdediging haalt hij er bij, maar vergeet blijkbaar, dat juist de marine die slagkruisers voorloopig uitsluitend in Indië wil houden. Zoo verstandig is zij ook wel Ten slotte een enkel woord over de kosten. Uit de verklaringen van den marinestaf is op te maken, dat de regeering, overtuigd dat de kracht onzer positie in Indië in de eerste plaats gelegen is in een doeltreffend bestuur, meer dan in een krach tig leger en een machtige vloot zooals de minister Weiter het dezer dagen zoo duidelijk zeide slechts een zeker bedrag voor de ver sterking der defensie wilde besteden. 'Binnen dat 'bedrag heeft de commissie nog vóór het uitbreken van den oorlog haar rapport opge maakt en heeft het, terwille van de drie slagkruisers, met de vloot- basis en de omlijsting der kruisers minder nauw moeten nemen, zoodat die 'beide onvoldoende zijn. Intusschen zijn de materiaalprijzen gewel dig gestegen, zoodat de bouwprijs reeds met 50 pCt. is opgeloopen en dat zal nog meer worden. Er is dus geen sprake van dat het aanvan kelijk toegestane bedrag voldoende zal blijken en met het moeilijker worden der economische verhoudingen rijst zelfs de vraag of bouwen van slagschepen hier te lande zelfs wel mogelijk zal zijn, gesteld dat men het zou willen. Voor de versterking der luchtmacht bestaat die moeilijkheid niet en de kosten zullen veel en veel minder zijn dan de heer v. H. het op grond van den marinefabel, die zelfs de chef van den marinestaf in zijn radiorede aanhaalde, beweert. Want een slag kruiser is niet gelijk te stellen met 38 bommenwerpers, wat de kosten van aanschaffing, vernieuwing en exploitatie betreft, maar eerder met honderd bommenwerpers. Waar het rapport der technische commissie dit punt ook op de wijze van den heer v. H. naar voren 'bracht en het rapport naar Indië om advies gestuurd werd, zal de kostenvergelijking door den legercommandant wel met juiste cijfers belicht zijn. Een verdubbeling van de luchtmacht van het leger in Indië, waar mede onze positie reeds belangrijk versterkt wordt, zou dus ongeveer evenveel kosten als één slagkruiser uit de kosten van omlijsting en vlootbasis is de grondorganisatie gemakkelijk in overeenstemming met de grootere luchtvloot te brengen. In het beperkte bedrag door de regeering aangegeven kan voor een krachtige offensieve luchtmacht nooit een beletsel liggen, voor een slagvloot wél. De moeilijkheid blijft het personeelsvraagstuk, maar terwijl het leger het zeer juiste principe volgt, de luchtvloot eerst uit te breiden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 83