Na een hernieuwde verzekering, dat hij nu niet pleit voor het
thans reeds doen van een keuze of uitspraak en verwijzing naar
de artikelen van Z. Exc. Mr. J. C. Jager in het Utrechtsch Nieuws
blad van 2, 9 en 16 December 1939 (zie I.M.T. 1940 nr. 1, blz. 72,
75 en 79), waarin volgens S. argumenten zijn verwerkt, die hem
wel aan te bevelen lijken, vervolgt de heer Nypels
413
hun oordeel, dat een degelijke luchtmacht en een hoeveelheid brutale
onderzeebooten meer geëigend zullen zijn, om Indië veilig te stel
len, maar, men lette wel, vcor deze diensten zal een goede grond
en kustorganisatie noodig zijn. Hierna ontbreekt in Indië nog heel
veel
Ik spreek in het voorafgaande over veiligstellen van geheel Indië,
maar de Regeering denkt hieraan niet als eerste bedoeling van Haar
defensie-stelsel. Zij hangt nog aan het handhaven van Nederlands
neutraliteit, door een stelsel, dat van de landmacht eigenlijk niet meer
vraagt dan Java en de oliehavens daar buiten voor de oorlogvoerenden
gesloten te houden en dat in de buitengewesten wat werk toedenkt
aan de zwakke luchtmacht, eenige lichte boven-water vaartuigen en
enkele onderzeeërs. Mij is niet duidelijk, welke taak en rol aan de
zwaardere of lichtere slagkruisers wordt toegedacht bij die neutrali-
teitshandhaving.
Hoewel de sterkte en de taak van het landleger thans niet berekend
zijn op een door Nederland, na verbroken neutraliteit, te voeren oor
log om het veiligstellen van geheel Insulinde te verzekeren, zou voor
dit voortgezet doel aan een sterke marine wel een taak van beteeke-
nis kunnen worden toegedachtmaar wat kan een scheepsmacht met
een kern van hoogstens 2 slagkruisers daartce uitvoeren en bereiken
„Beter dan niets", voert men wellicht aan. Dat is dan echter zeer
ten onrechte. Ik bepleit toch niet2 slagkruisers of niets. Ik pleit
voor een maximum effect binnen de grens, die Nederlands financiëel
kunnen en beschikbaar personeel stellen.
Tot welke beslissing men ook kome, deze zal tijdens den heerschen-
den oorlog geen invloed meer kunnen uitoefenen. Bij het overwegen
hoe voor de toekomst te kiezen en te beslissen, zou de Regeering er
toe moeten komen als zelfstandige mogendheid het veiligstellen van
geheel Indië te verzekeren. Komt Zij tot deze overweging, dan heeft
Zij zich af te vragen, hoe kan met de beschikbaar te verkrijgen mid
delen die verdediging doeltreffend worden ingericht Zij kan niet
3 slagkruisers (1 in reserve) aanschaffen en bemannen en bovendien
het noodige doen om Indië tevens met andere middelen afdoende
veilig te stellen. Het is dus geen kwestie van „beter dan niets", maar
wel van keuze tusschentwee slagkruisers, die voor een overmach-
tigen tegenstander moeten wijken en Indië vcor dien aanvaller dan
practisch onbeschermd laten, of een weermacht ten volle in staat
tegen een aanvaller, waar ook, volhardend op te treden. Het één of
het anderhet één èn het ander kan niet.
Het lijkt mij niet overbodig hier aan te teekenen, dat een behoorlijke
organisatie van een sterke vliegmacht, met de onvermijdelijke havens,
inrichtingen en fabrieken, ook groote eischen zal stellen aan 's lands
financiën, maar dan met de bestemming van krachtig optreden tegen
elke schending van ons erf.
Ik moet hier nog eens terugkomen op de mededeeling, welke ik
opnam in de November-aflevering blz. 962, volgens welke het, in
gaande met 1941, jaarlijks voor de versterking der zeemacht1) uit
J) Op de begrooting van Nederland.