E. Voorts ontleenen wij het volgende aan het door Dr. W. K. H.
Feuilletau de Bruyn in het Koloniaal Tijdschrift van Maart 1940
gepubliceerde en in Nederlandsch-Indië, Weekblad van de V.C.,
van 15 Maart j.l. in zijn geheel overgenomen artikel De vlootman
nen De politiek-strategische beteekenis van een N ederlandsche
vloot met een kern van slagkruisers.
414
te trekken bedrag van f 15 millioen niet tevens bestemd is voor de
exploitatiekosten, die onvermijdelijk aan de uitbreiding verbonden
zullen zijn. Nadien heb ik vernomen, dat het in de bedoeling ligt
Nederland over enkele jaren nog 12 millioen in de Indische exploi
tatiekosten te doen bijdragen, zoodat het voortdurend gezamenlijk
jaarlijksche bedrag dan tot 27 millioen zal stijgen. Hierin kunnen
dan de eveneens onvermijdelijke indirect aan de vlootversterking ver
bonden uitgaven, die ik eerder opsomde (1939 II, blz. 936), niet alle
begrepen zijn.
Stellige bevestiging van die verhooging met 12 millioen heb ik niet
gekregen, maar het bedrag komt mij eer te laag dan te hoog voor.
Indien het bij de te nemen beslissing mocht gaan om de keuze
tusschen die vlootversterking öf om een afdoend-geachte luchtmacht
versterking, dan zou ik eerlijk moeten verklaren, dat ik niet kan
aannemen, dat deze laatste op den duur, dus doorlooper.d, 27 millioen
per jaar voor Nederland zou kosten. Toch zou het geldelijke niet den
doorslag mogen geven. Nemen wij het, m.i. onaannemelijke, als aan
neembaar aan, dus de financiëele offers als gelijk, ook voor Indië's
aandeel, dan pleiten vóór de luchtmacht-versterking toch nog de
volgende factoren. Deze kan op vele punten tegelijk zijn. Zij kan zich
gemakkelijk verplaatsen. Zij kan niet in één slag overwonnen worden.
Zij kan op den duur telkens gemoderniseerd worden. Zij blijft voor
het personeelvraagstuk binnen de grenzen der mogelijkheid. Kans
bestaat tot aanvulling door vervaardiging in Indië en van buitenaf
tijdens een oorlog.
Met dit al denke men niet, dat ik de opvatting ben toegedaan, dat
het, na de opgedane oorlogsleering, uitsluitend zal gaan om de vraag,
vloot van slagkruisers, dan wel uitbreiding van de luchtmacht De
oorlog geeft over zooveel nieuwe leering te denken, dat nog geheel
andere vraagstukken te overwegen zullen zijn.
Daar zijn b.v. de z.g.n. vestzak-slagschepen
Daar is verder de vraag over meerwaardigheid van land- of water
vliegtuigen, van granaten, vliegtuigbommen, of torpedo's, de betee-
kenis van ballonversperring. De kwestie der uitwerking van door
onderzeeërs geschoten granaten of torpedo's. De twijfel over de waarde
van magnetische mijnen en van paravanes, de nieuwe methodes van
mijnenleggen. Liever watergeus of waterreus. De vliegende Hollander
ook in de lucht. De mogelijkheid tot het vervaardigen van oorlogs-
materieel van uiteenloopenden aard in Indië. De systemen van blok
kade. De grens voor het al of niet geoorloofde van te beslissen over het
maritieme vraagstuk los van andere onderdeelen van het algemeene
verdedigingsvraagstuk voor Indië. Onvermijdelijk zullen ook kwesties
betreffende het economische aandeel ter sprake moeten komen.
Er worden thans, tegen Nederland's wil en wensch, proeven, zonder
schijnbewegingen en -overwegingen, genomen. Het zou niet zijn aan
te 'bevelen daaruit al conclusiën te trekken vóórdat de proeven zijn
afgeloopen. Over alles moet beslist worden in vredestijd, de oorlogs
mogelijkheid daarbij indachtig.