Tegen ons Indische eskader zal men dan minstens 4 a 6 linieschepen
moeten inzetten en een groote hoeveelheid klein materieel. Dit betee-
kent een gevaarlijke verzwakking van de vijandelijke vloot. Geen
enkele belligerent kan zich dit veroorloven, tenzij hij onbeperkt over
het meesterschap ter zee beschikt. De strategisch-preventieve waarde
van een Indische vloot met een kern van slagkruisers is dan ook zeer
groot.
De bewapening der slagkruisers is nog niet bekend. Het verdient
om politiek-strategische redenen de voorkeur om deze slagkruisers
niet van 28 cm geschut als hoofdbewapening te voorzien, maar van
tenminste 35 cm. Wel zal men dan met minder kanonnen moeten vol
staan, maar dit geschut is dan gelijkwaardig met dat der moderne
slagschepen en men zal dus tegen onze slagkruisers zijn beste slag-
vlooteeriheden moeten inzetten. Iedere zeemogendheid zal zich wel
tweemaal bedenken, eer zij ons zal aanvallen.
DE LUCHTMACHT.
Onze archipel beslaat een oppervlakte van ongeveer 5000 bij 1700
km. Het behoeft geen nader betoog, dat de luchtmacht een zeer
belangrijke verkennende taak heeft te vervullen om de hoofdmacht
van onze vloot tijdig in te kunnen zetten tegen een vijand die onzen
archipel binnen dringt.
De beteekenis van een luchtmacht als verkennend orgaan wordt dan
ook door niemand betwist. Er zijn echter enkele marine-officieren die
meenen, dat een sterke vloot van bommenwerpers beter in staat zal
zijn om een vijandelijken indringer te weren, dan een vloot met een
kern van slagkruisers.
De ervaring tot nog toe met aanvallen tegen varende oorlogsschepen
opgedaan, heeft bewezen dat met enkele toevalstreffers uit bommen
werpers een enkele maal belangrijke resultaten kunnen worden be
haald. Bewapening, pantsering en afweermethoden van oorlogsschepen
zijn thans echter van dien aard, dat, tenzij de techniek de vliegtuigen
in staat mocht stellen tot meer efficiënte aanvalsmethoden over te
gaan (met welke mogelijkheid overigens rekening dient te worden
gehouden) de resultaten van luchtaanvallen voorloopig geen beslis
sing zullen kunnen brengen.
Het bouwen van een luchtmacht van 200 of meer bombardements
vliegtuigen als voornaamste instrument om Indië te verdedigen is niet
gewenscht
a. omdat het vliegtuig in een zeeoorlog thans nog niet de beslissing
kan brengen
b. omdat vliegtuigen duur zijn en de leeftijd van een vliegtuig van
4 a 6 jaar in vredestijd, 5 a 6 maal korter is dan van een slagschip,
terwijl de levensduur in oorlogstijd slechts 3 a 4 maanden bedraagt
c. omdat men voor het op peil houden in tijd van oorlog van een
luchtmacht van 200 bombardementsvliegtuigen over een Indische
vliegtuigindustrie moet beschikken, die er voorloopig nog niet is en
niet kan volstaan met enkele reparatie-inrichtingen
d. omdat de aanvulling van het luchtmacht-personeel bij een kleine
marine en een klein leger zeer moeilijk is, daar maar een zeer klein
percentage van het bij de defensieorganen dienende personeel geschikt
is voor piloot.
e. omdat voor aanhouden en onderzoeken van schepen, het vlieg
tuig minder geschikt en men daartoe oorlogsschepen niet kan ontberen.
De conclusie moet dus luiden, dat in het huidige stadium van ont
wikkeling der vliegtuigtechniek een luchtvloot van bommenwerpers
als voornaamste defensieorgaan niet kan worden aanbevolen.
Vooral op grond van de sub b en d vermelde redenen, zal de marine
echter de hulp van een sterke legerluchtmacht in oorlogstijd niet kun-