genieten nog steeds een bijzonder aanzien, zoowel in als buiten het leger. De ontwikkeling der dingen heeft er toe geleid, dat zij in de laatste eeuw voor alles een Indische onderscheiding werd. De geschiedenis van de Militaire Willemsorde is in de laatste honderd jaren de Krijgsgeschiedenis van het Koninklijke Neder- landsch-Indische Leger geworden, in feite de historie van de uit breiding van het Nederlandsche Gezag over heel den archipel. Er werd bezuinigd, georganiseerd en gereorganiseerd, doch daar boven prijkt in steeds toenemenden luister ,,'t Ridder". Hilaire Belloc wijst er in zijn biographie van Napoleon op, dat men den factor geluk niet uit het oog mag verliezen, het geluk, dat den grooten Keizer diende door hem vrijwel immer ongedeerd uit den strijd te doen komen. Zoo is nu eenmaal het lot van den krijgsman slechts in uitzonderlijke gevallen werd een gesneuvelde in de Registers van de orde ingeschreven. Dit doet echter aan de verdiensten van de overlevenden niets af juist het feit, dat men hèn eert leidt er toe, bij het brengen van het saluut aan de gerid- derden ook de dooden niet te vergeten. Wanneer ons Volk de dragers van het eereteeken voor Moed, Beleid en Trouw huldigt, dan straalt die hulde af op heel de weermacht waaruit die dapperen voortkwamen. De bedoeling van den stichter, de onderscheiding te verleenen aan een iegelijk, die haar onder de Nederlandsche vanen ver diende, die zijn leven veil had voor Koning en Vaderland, is vooral in den aanvang niet duidelijk begrepen. De vreemdeling kon haar verdienen, het staat zoo in de wet, doch voor de Inheem- schen werd in de eerste jaren een uitzondering gemaakt. Dit ver anderde echter spoedig. De Register bevatten namen uit alle oor den van heel Nederlandsch-Indië. Wanneer dan ook straks de geridderden uit alle hoeken van den archipel naar Bandoeng komen om daar in tegenwoordigheid van den Landvoogd en de bevelhebbers van Land- en Zeemacht, te zamen met hun kameraden, die de traditie hebben voort te zetten, het 125-jarig feest van de Militaire Willemsorde te vieren, dan komen daar bijeen niet alleen alle rangen en standen, doch ook alle landaarden van Nederlandsch-Indië. Radetzky sprak het gevleugelde woord „in meinem Lager ist Oesterreich". Onze Koningin kan zeggen „De Militaire Willems orde is mijn rijk". 337

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 8