424
met den zwaren kruiser Exeter), dat zij in een overwegend gunstige aan
valspositie komen, zoodat de slagkruiser spoedig buiten gevecht zal zijn
gesteld. De slagkruiser komt hier in de positie te staan van den door
jachthonden aangevallen ever. Zelf vele malen sterker dan elke hond, zal
hij toch ten slotte door den concentrischen aanval van de veelheid zijner
belagers het onderspit moeten delven.
S. geeft voorts hoog cp van het incasseeringsvermogen van de voor onze
Indische defensie gedachte slagkruisers. Volgens het Jan.-nr. van „Onze
Vloot" zal het type van den Ned. slagkruiser in de omgeving liggen van den
Duitschen slagkruiser „Scharnhorst" met ruim 11.000 ton pantser en een
dikte van het gordelpantser van globaal 23 cm. De Ned. slagkruiser zal
derhalve bestand zijn tegen treffers van 20 a 21 cm geschuthet zal echter
geenszins bestand zijn tegen treffers uit 28 a 30 cm geschut, waarmede de
moderne zware kruisers zullen zijn bewapend en welke een mogelijke
agressor tegen ons in veelvouden van onze twee voor den strijd beschikbare
slagkruisers zal kunnen inzetten, zonder aan zijn slagvloot te behoeven te
tornen. Bovendien verzwijgt S., dat zelfs bij de kapitale corlogsschepen de
bovenbouw voor een groot deel (nml. v.w.b. het bewegingsmechanisme der
geschuttorens, deelen van het vuurleidingsmechanisme a.a.) zeer kwetsbaar
blijft, zelfs tegen vuur uit 15 cm en 20 cm geschut1). Hoewel het incassee
ringsvermogen van het rompgedeelte van den Ned. slagkruiser dus inderdaad
grooter is dan van de te verwachten zware kruisers, blijft de bovenbouw
met de gevechtsmiddelen niettemin voor een belangrijk deel een kwetsbaar
geheel"), zoodat hij in een strijd tegen een overmacht van zware kruisers
groote kans loopt buiten gevecht te worden gesteld.
Voorts verklaart S. dat de Ned. slagkruiser door zijn deplacement van
meer dan 25.000 ten gelegenheid biedt tot het inbouwen van doelmatige
torpedoschotten, welke de vitale deelen van het schip beschermen tegen de
uitwerking van torpedotreffers. Inderdaad zal de Ned. slagkruiser in het
algemeen niet door een enkelen torpedotreffer tot zinken zijn te brengen,
doch hierbij verzwijgt S. wederom iets, nml. dat het schip na een torpedc-
treffer zwaar slagzij zal maken en dat de snelheid van ruim 30 mijlen tot
ongeveer 15 mijlen zal worden teruggebracht, afgezien nog van het feit,
dat eveneens in belangrijke mate zal worden ingeboet aan manoeuvreer
vaardigheid. Één torpedotreffer zal dus reeds de gevechtskracht van den
slagkruiser aanzienlijk beknotten. Bedenken wij voorts, dat van de drie
slagkruisers er hoogstens twee zee zullen kunnen houden en dat een door
een torpedo getroffen schip als regel voor ruim een half jaar moet dokken,
dan beteekent dit dus, dat één vijandelijke torpedotreffer de kernkracht
van onze vloot voor ten minste een half jaar met 50 heeft uitgeschakeld.
Wij gaan dan nog stilzwijgend voorbij, dat het geenszins is uitgesloten,
dat een van onze slagkruisers door meer dan één torpedo wordt getrcffen
en dat een ongelukkig aankomende treffer bovendien nog tot andere
explosies aan boord aanleiding kan geven, welke een „total loss" van het
schip kunnen veroorzaken.
Uit het voorgaande moge derhalve zijn gebleken, dat S. de waarde van
den slagkruiser wel op zeer éénzijdige wijze heeft belicht.
Voorts doet S. het voorkomen of met de invoering van een drietal slag
kruisers een geheel nieuw stadium in de Indische defensie wordt ingeluid.
Dit is echter geenszins het geval. Deze slagkruisers zullen evenzeer moeten
wijken voor een overmacht van vijandelijke slagkruisers of zelfs van zware
kruisers, als de lichte kruisers van onze vloot in haar tegenwoordige samen-
J) Zie de gevolgen van den strijd van het Britsche kruisereskader
(bestaande uit 1 zwaren kruiser en 2 lichte kruisers) met het vestzak-slagschip
„Admiral Graf von Spee" nabij Montevideo.
2) Als regel is van den bovenbouw de commandotoren eveneens zwaar
gepantserd.