536
12. VAN HET WERELDTOONEEL.
(met een schets)
De door maarschalk Goering in Maart voorspelde „Blitzkrieg" vormde
in April de verrassing van den in Europa woedenden oorlogop Dinsdag
9 April overrompelden Duitsche troepen Denemarken en Noorwegen. Men
moge deze daad beoordeelen naar eigen opvatting, erkend dient te worden,
dat de Duitschers meesters zijn in de „verrassing" en de technische uitvoering
daarvan. In één dag bezetten zij Denemarken en de strategische punten
in Noorwegen en werd een Noorsche nevenregeering ingesteld. Berlijn
noemde deze daad het antwoord op het evenzeer in strijd met het volken
recht op 8 April door de Geallieerden leggen van mijnen in de Noorsche
territoriale wateren met het doel, deze verder onbruikbaar te maken voor
den afscheep van Zweedsch ijzererts uit Narvik. Beschouwt men het Duitsche
antwoord naar tijd en ruimte de snelle bezetting van Narvik, Trondheim,
Bergen en Oslo dan kan men slechts tot de slotsom komen, dat daaraan
reeds een begin van uitvoering moet zijn gegeven, vóórdat genoemde mijnen
velden werden gelegd. De techniek van een landingsonderneming (inladen,
vervoer en uitladen van personeel en materieel) is zoo veeleischend, dat
een onderneming als hier uitgevoerd zich niet binnen 24 uur kan afspelen,
nog afgezien van de door de transportschepen af te leggen afstanden tot
de te bezetten objecten.
De Duitsche regeering verklaarde, over zeer positieve gegevens te
beschikken, dat de Geallieerden klaar stonden, Noorwegen met een
expediticnnaire troepenmacht te bezetten, zij achtte zich derhalve vol
komen gerechtigd tot haar optredenslechts was zij haar tegenpartij een
slag vóór geweest. Min. von Ribbentrop deelde op 27 April zelfs mede,
in het bezit te zijn van op een gevangen genomen Engelschen aanvoerder
aangetroffen documenten, welke de juistheid van de Duitsche lezing onom-
stcotelijke zouden vaststellen, doch Londen ontkende het bestaan van
zoodanige documenten. Hoe het zij, de jongste geschiedenis van Europa
geeft gegronde aanleiding tot eenig gevoel van onbehagen. Werd Polen
niet binnengevallen, omdat o.a. het Poolsche leger gereed stond voor
den aanval En Finland, omdat het Rusland bedreigde Welke waarde
mag men nog hechten aan die bewijsvoeringen En welke aan niet-aanvals-
verdragen
Op 31 Mei 1939 sloten de Denen een zoodanig verdrag met hun z. naburen
het hield o.m. in, dat Duitsehland niet alleen geen oorlog tegen Denemarken
zou voeren doch bovendien, dat het zich van elke daad van geweld zou
onthouden (een overeenkomstig pact werd o.m. ook Nederland aangeboden.)
Denemarken had met gemobiliseerd, bezat geen geëigende stellingen om
weerstand te bieden en werd zonder verzet genomen en bezet.
Ook het Noorsche leger was niet gemobiliseerd. Niettegenstaande Duitseh
land zich als de beschermer opwierp van beide landen en de hoop uitsprak,
dat Noorwegen even „verstandig" zou zijn als Denemarken, groeide het
Noorsche verzet van uur tot uur. Hoewel de mobilisatie door de Duitsche
bezetting van de voornaamste centra in het wegenarme rijk werd verstoord,
zag men toch kans langzamerhand gevechtseenheden te vormen, die den
strijd tegen den invaller opnamen.
In de eerste dagen van den Duitschen aanval op Noorwegen vonden
ernstige zeegevechten plaats in het bijzonder in het Skagerak, bij Trond
heim en bij Narvik welke aan beide zijden groote offers hebben geëischt.
Het Duitsche bovenwatermaterieel heeft hierdoor relatief ernstiger verliezen