539 N. (Namsos) en landingen ten Z. (Molde en Andelsnes) van Trondheim. Echter vermeesterden de Duitschers nog in April zoowel Steinkjar als de belangrijke spoorwegknooppunten Storen en Dombas, zoodoende de voor waarden scheppend voor de verbinding van Trondheim met Oslo. De gecom bineerde Engelsch-Noorsche troepen in Z.-Noorwegen zouden zware slagen hebben ontvangen, waaraan de Duitsche luchtstrijdkrachten een zeer belang rijk aandeel hebben gehad. Dit gebied wordt geleidelijk gezuiverd van Noorsche troependeelenondanks de herhaalde Engelsche luchtaanvallen. N. van Oslo drongen de Duitschers door tot Lillehamer en Elverum naar het O. dreven zij de Noorsche troepen over de Zweedsche grens en bezetten zij het spoorwegknooppunt Kongsvinger. Indien men de balans opmaakt van den strijd in Noorwegen, dan dient te worden vastgesteld, dat de bezetting van de strategisch belangrijke punten een onbetwist Duitsch voordeel vormt. Mogelijk zullen Narvik en eventueel Trondheim na zwaren strijd in handen van de Geallieerden vallen. De herovering van Z.-Noorwegen zal echter slechts kunnen geschieden door een operatie van zeer grooten omvang en is zelfs dan nog twijfelachtig, daar de Duitsche verdediging eiken dag in kracht toeneemt. "Weliswaar is dit gebied vlakker en daardoor beter geschikt voor krijgsverrichtingen op groote schaal dan het bergterrein, in het N., doch zoolang de verbindingen met Duitsehland veilig zijn, zijn de Duitschers onbetwistbaar in het voordeel. Door de bezetting van Denemarken en Z. Noorwegen hebben zij gunstiger bases verkregen voor hun luchtactie tegen Engeland (de afstand voor lucht aanvallen op Scapa Flow is op één derde teruggebracht'Ook kunnen zij thans nog krachtigen druk uitoefenen op Zweden, welks export nu met handen en voeten aan Duitsehland is gebonden terwijl -de Deensche (zuivel producten) geheel te hunnen voordeele komt. Hier staat tegenover, dat de afscheep van ijzererts over Narvik onmogelijk is geworden wellicht kunnen de transporten via Lulea en de Oostzee worden geleid, doch hoe het zij, vermoedelijk zal de druk op Zweden worden vergroot zoodra de toestand in Noorwegen is gestabiliseerd. Troepenconcentraties te Kopenhagen en in het Memelgebied zouden reeds in deze richting kunnen wijzen. Op welke wijze het voor Duitsehland een levensbelang vormende vraagstuk van den aanvoer van erts zal worden opgelost en welke houding Zweden en Ruslanddaarbij zullen aannemen, is een nog open vraag, waarop wel licht de nabije toekomst het antwoord zal geven. Met dat al is het door de Duitsche weermacht bezette gebied belangrijk uitgebreid, verkeert de strijd in Noorwegen eerst in een 'beginstadium en hebben nog geen operaties van beteekenis plaats gehad. Voorts zal de guerilla in Noorwegen nopen tot troepenverslindende maatregelen, loopt de verbindingslijn Noorwegen-Duitschland over zeegebied, waardoor zij zeer kwetsbaar is. Dit alles is bereikt ten koste van zeer groot verlies aan gevechts kracht van de Duitsche vloot (ook de duikboot-actie was in April niet van beteekenis) 'De berichten, dat bij de overrompeling van Noorwegen verraad in het spel is geweest, aldaar vertoevende Duitsche toeristen alsmede Duitsche en „deutsch-freundliche" inwoners de vliegterreinen bezetten, spionnen- en vele andere hand- en spandiensten verrichtten, deden nagenoeg alle onzij dige landen overgaan tot het nemen van bijzondere maatregelen. België interneerde vreemdelingen op groote schaal in Turkije en in Roemenië vonden vele uitwijzingen plaats. In Nederland werd de staat van beleg afge kondigd voor het geheele land. Het militair gezag heeft tot nu toe op zeer bescheiden wijze van zijn vérgaande bevoegdheden gebruik gemaakt het bepaalde zich tot een aantal huiszoekingen, enkele beperkingen van het recht van vergaderen en een repressieve censuur (vaststelling van onder werpen, welke niet mogen worden aangeroerd bij overtreding kan verdere publicatie van het dagblad a.a. worden verboden). De stemming in Italië werd althans uiterlijk bepaald oorlogszuchtig. Zoowel in de pers .als in redevoeringen werden de Duitsche prestaties in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 108