Hierna werden enkele van de belangrijkste van de deze dagen
ontvangen zeer vele telegrammen voorgelezen, waarmede het
officieele gedeelte van den avond ten einde was.
Na een korte pauze nam het bal een aanvang, dat begonnen
werd met een groote polonaise en verder in een zeer geanimeerde
stemming voortduurde tot vroeg in den ochtend. Het werd afge
wisseld door verschillende cabaretnummers, welke ten beste wer
den gegeven door de Maréchaussée-officieren en hun dames en
zonder uitzondering buitengewoon in den smaak vielen. We vol
staan met hiervan slechts te noemen de door Mevrouw H. Harm-
sen samengestelde en aan het Korps Maréehaussée opgedragen
piano-compositie „Batèë Ilië", welke, door haar zelf voorgedragen
en door Kap. Pel toegelicht, grooten bijval oogstte. Het Korps bood
Mevrouw Harmsen een ruiker aan als dank voor haar hulde.
3 April.
Maréchaussée-demonstraties.
Reeds in alle vroegte vertrok Z.E. de Legercommandant weer
naar Java. Het was half zeven toen de toestellen opstegen. Inmid
dels begon het op de Esplanade, waar de Maréchaussée-demonstra
ties zouden plaats hebben, reeds druk te worden. Op het aan-
vangsuur hadden zich dan ook honderden toeschouwers om het
speelveld verzameld.
Voordat de demonstraties een aanvang namen inspecteerde de
T. C. de opgestelde brigades Maréehaussée, waarna Kap. Pel het
programma in het kort toelichtte. Vervolgens defileerden de vijftien
brigades onder commando van Kap. Palmer van den Broek langs
de voor de tribune opgestelde autoriteiten, waarna de demonstra
ties inzetten met een opmarsch van de brigades in gesloten for
matie. In deze formatie voor de tribune aangekomen hield het
455
len moed, welke niet een opwelling mag zijn van het moment, maar welbe
wust van den aanvang af moet zetelen in ons onvernietigbaar levensbeginsel.
De moreele waarden, welke vertegenwoordigd worden door moed, trouw,
zelfopoffering en volharding, zijn in den modernen krijg nog steeds niet
verbannen van het oorlogstooneel en het zijn juist deze nationale waarden,
welke gij moogt verwachten aanwezig te moeten zijn bij een keurkorps.
Ik richt mij thans tot U, officieren van het Korps Maréehaussée, hand
havers van het gezag en van de tucht en orde in Uw detachement en divisie.
Gij hebt zoo juist vernomen de woorden van waardeering, welke onze
Kolonel, Territoriaal Commandant, en de overige geachte sprekers in de
zaal tot Uw Korps hebben gericht. Men vertrouwt er op, neen, men heeft
het recht om van U als Maréchaussée-officier te eischen, dat gij Uw plicht
zult vervullen op dezelfde wijze als Uw voorgangers, tot lichtend voorbeeld
voor den troep.
Commandant van het detachement Djeuram, wat antwoordt gij hierop
Den Vaderlandt getrouwe, blijf ik tot in den dood.
En gij overige officieren
(In koor Den Vaderlandt getrouwe, blijf ik tot in den dood.
Ik heb gezegd.