B. TE BANDOENG.
Het gouden jubileum van het Korps Maréchaussée is te Ban
doeng op sobere wijze gevierd.
Nadat zoowel de nog als de niet meer in actieven dienst zijnde,
te Bandoeng, Tjimahi en omgeving woonachtige oud-Maréchaussées
zich op de Aloon2 hadden verzameld, marcheerden zij te 9.00
af naar het Molukkenpark. De muziekkorpsen van 1 R. C. en
van Inf. XV alsmede een fluitorkest vroolijkten den marsch op,
welke onder toejuichingen van het publiek langs Bragaweg, Kerk-
weg, Niasstraat en 'het D. v. O. voerde naar het standbeeld van
Pastoor Verbraak.
Nadat allen zich om dit monument hadden geschaard, sprak de
oud-Maréohaussée J. C. Heijnen, Ridder M. W. O. 3e klasse, de
volgende woorden
„Geachte aanwezigen.
Het doel waarvoor wij ons hier vereenigd hebben, is U allen
bekend. Het Korps Marédhaussée van Atjeh herdenkt vandaag
den dag, waarop het 50 jaar is geleden, dat het werd opgericht.
De in Atjeh in garnizoen zijnde Maréchaussées zullen dit feit
vanzelfsprekend feestelijk gedenken, hetgeen hun door ons van
harte wordt gegund.
Ook wij, oud-Maréchaussées, willen dezen dag niet onopgemerkt
laten voorbijgaan ook wij willen dezen dag feestelijk herdenken,
en daarom hebben wij ons allen in de eerste plaats naar hier
begeven, om ons aller vriend, den Zeereerwaarden Heer Pastoor
Verbraak, die nog getuige van de oprichting van het Korps Maré
chaussée is geweest, wederom onzen innigen dank te betuigen
voor al hetgeen hij in de moeilijke At joh jaren voor den soldaat
in het algemeen en voor de Maréchaussées in het bijzonder heeft
gedaan.
Zeereerwaarde Heer Pastoor Verbraak, als bewijs van onze
innige dankbaarheid leg ik namens allen dezen krans aan den voet
van Uw monument".
Hierna speelde de muziek het plechtige „Ik had een wapen
broeder" en werd de krans gelegd terwijl allen den militairen
groet brachten.
Na afloop van deze eenvoudige plechtigheid werd de marsch
voortgezet naar de Militaire Sociëteit. Aldaar verzamelde men zich
in de voor deze gelegenheid stemmig versierde groote tooneelzaal.
De voorzitter van het comité heette allen welkom, richtte zich
verder in het Maleisch tot de oud-Maréchaussées en deed daarop
voorlezing van de dagorder, waarna een driewerf hoera werd uit
gebracht op H. M. de Koningin. Vervolgens verzocht de Luit.-Kol.
b.d. L. Engles, oud-commandant van het Korps Maréchaussée,
459