van de Dagorder van den Legercommandant. Vervolgens nam gep.
majoor Rhemrev het woord spreker gaf een korte schets van de
roemrijke geschiedenis van het Korps Maréchaussée en wees erop,
dat de naam van dit korps ook buiten Indië en Nederland een
goeden klank heeft, hetgeen bijv. bleek, toen de Prins von Wied
de toenmalige M'bret van Albanië in 1912 een beroep deed
op H. M. de Koningin om hem een tiental Maréchaussee-officieren
ter beschikking te stellen voor den opbouw van het Albaansche
leger. Twintig officieren gaven zich daarvoor op, doch Generaal
van Daalen zag zich verplicht, zijn toestemming voor detacheering
te weigeren.
Aan het slot van zijn toespraak gaf majoor Rhemrev uiting
aan zijn vaste overtuiging, dat mocht ooit de nood aan den
man komen ook de thans actief dienende Maréchaussees zullen
weten wat hun plicht is en den naam en den reeds verworven
roem van het Korps zullen weten hoog te houden.
Na den maaltijd bleef men onder het ophalen van vele herin
neringen uit den Atjeh-tijd nog lang bijeen.
461