De feestavond in Concordia, werd behoudens een enkel nummer geheel door militairen georganiseerd en uitgevoerd. Het resultaat was een verrassende, bonte verscheidenheid van tafereelen, muziek, dansen, exercitiën en tooneel. Met de gemeen plaats, dat de organisatoren eer hadden van hun werk, is men er in dit geval niet mee af. Hier werd iets zeer fraais geboden van uitzonderlijk gehalte. Het feit, dat alle landaarden meewerkten, gaf aan het geheel een bijzondere bekoring en het is dan ook wel zeer jammer, dat het niet mogelijk is, enkele van de allerbeste nummers ook eens elders te laten zien. Hier werd propaganda gemaakt voor het leger in de beste beteekenis van het woord. Tijdens de voorstelling werd het volgende telegram van Z. K. H. Prins Bernhard voorgelezen bernhard -f- Gesproken werd overigens slechts door oud-Generaal Majoor Helb, die aan het slot van den avond in een kort woord den dank van alle Ridders vertolkte „Wij danken U, in de volle overtuiging, dat de jongeren het net zoo goed zullen doen, als wij het hebben gedaan. Wij zullen het nooit vergeten, al worden we honderd jaar In de pauze kwam als een verrassing de groote taptoe. Als een verrassing, want in het programma was er geen melding van gemaakt. Wat voor herinneringen riep zij niet op Hoe mooi gaf Ridder Cohen daaraan uiting toen hij den volgenden dag bij het afscheid zeide „Toen ik daar stond, vlak achter den door alle Ridders omringden Legercommandant, was het mij alsof ik wa kend droomde. Op een gegeven oogenblik stond daar niet langer de Generaal Berenschot, maar was het me alsof daar Generaal van Heutsz stond temidden van zijn oude soldaten. Maar toen langzaam en zacht de tonen van de taptoe weerklonken, toen begreep ik, dat dit een afscheid werd voor het leven. De oude Ridders zullen nooit meer bij elkaar komen, die taptoe werd voor ons oude Ridders geblazen". Inderdaad, achter het jolijt van deze dagen, achter de vreugde van het weerzien, lag onmiskenbaar het weemoedige besef dit is voor het laatst. De tocht naar Pengalengan, den Ridders op den 2den Mei door de planters aangeboden, bezorgde hun een prettigen morgen, in een schitterende omgeving. 469 nu in dezen moeilijken tijd moed beleid en trouw zulke groote en noodige eigenschappen zijn zend ik gaarne ter gelegenheid van het honderdenvijfentwintigjarig jubileum der militaire Willemsorde een groet aan hen die in nederland overzee verblijven en blijk gaven deze eigenschappen in hooge mate te bezitten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 36