het z.w. stooten en zoodoende den vijand in de flank aangrijpen.
De bij Tschenstochou verzamelde strijdkrachten hadden tot taak
een aanval uit Silezië frontaal te remmen. De hoofdmacht in Posen
onder Gnl. Kutrzeba en de troepen bij Tschenstochou telden samen
in eerste linie ten minste 30 infanteriedivisiën en 11 cavalerie
brigades, terwijl ongeveer 15 infanteriedivisiën in reserve stonden.
We zien dus het merkwaardige, dat de eigenlijke actie zou wor
den uitgevoerd met het kleinste deel van de legermacht, terwijl
de hoofdmacht haar zou dekken. Men krijgt hieruit wel den indruk,
dat de Polen de verovering van Oost-Pruisen beschouwden als
een nevenactie, welke geen al te groote moeilijkheden zou ople
veren, en hun handen zou vrijmaken voor de belangrijkste ope
raties, die dn w.richting. Dit plan getuigde van groot optimisme
en overmoed (Ook kort voor het uitbreken van den oorlog in de
Poolsche pers verschenen artikelen geven op ruime mate blijk
van zelfoverschatting).
De Fransche lezing geeft een eenigszins ander beeld van de
Poolsche plannen (zie schets 2). Volgens hen waren de Polen
voornemens w. van de Weic'hsel drie groote legergroepen (A, B
en C) op te stellen, in front gedekt door de sterke cavalerie-
eenheden 1 t/m 7. Het geheel zou een vertragende actie voeren
en langzaam achter de Weichsel-linie terugtrekken, terwijl uit
de reserves (R) in het oosten inmiddels een vierde leger D zou
worden gevormd, dat stelling zou nemen achter de Narew. Ver
volgens zouden ook naar de Djnestr legerafdeelingen worden
gezonden ter dekking naar het z..
Dit plan getuigt van veel grooteren zin voor de werkelijkheid
al heeft het het nadeel, dat het het belangrijkste deel van het land
onmiddellijk prijsgeeft. De vraag mag evenwel worden gesteld, of
de Fransche weergave van de operatieplannen de bedoelingen van
de Polen dekt en niet meer is dan een afspiegeling van den wensch,
die de vader is van de gedachte. Het verloop van de krijgsverrich
tingen heeft althans niet doen blijken van zulk een weloverwogen
plan.
Het Duitsche operatieplan. De Duitsche legerleiding was met
de Poolsche voornemens maar al te goed bekend (inlichtingen van
de minderheden) en had haar „plan de campagne" daarop gegrond.
Onder het opperbevel van Gnl. von Brauchitsch (Chef Staf Gnl.
Halder) werden twee legergroepen gevormd, aangeduid met
Noord en Zuid. De legergroep Noord onder Gnl. von Bock (Chef
Staf Gnl. von Salmuth) was weer verdeeld in de legers von Küchler
in Oost-Pruisen (8 inf.divn., waarvan eenige gemot., 1 pantserdiv.,
de cav.brig. Oost-Pruisen) en von Kluge ter weerszijden van den
Corridor 20 inf.divn., waarvan verschillende gemot., en 1 pant
serdiv.). De legergroep Zuid onder Gnl. von Rundstedt (Chef
Staf Gnl. von Manstein) bestond uit drie legers, waarvan het
middelste onder Gnl. von Reichenau uit Opper-Silezië den hoofd-
478