ken. Het gevolg was dat de Poolsche troepen zich tusschen 10 en 12 September te Radom moesten overgeven (2de capitulatie). De geringe tegenstand, welken de gemotoriseerde- en pantser- divisiën van Gnl. Blaskowitz ondervonden, had dezen inmiddels in staat gesteld, een zeer snellen opmarseh te volbrengen dn n.o.- richting en contact te krijgen met het leger von Kluge. De Pool sche hoofdmacht in Posen bleef eerst werkeloos de Poolsche legerleiding was blijkbaar volkomen haar hoofd kwijtalle contact met de ondercommandanten was verloren geraakt om tenslotte te trachten, op Warschau terug te trekken. Doch toen was het te laatnabij Kutno stootte zij op de afdeelingen van Gnl. Blaskowitz, welke zij in een serie wanhopige aanvallen tevergeefs trachtte te doorbrekenden 20en September moest Gnl. Kutrzeba zich over geven (3de capitulatie) Gnl. von Küchler was intusschen de Narew en de Bug overge trokken en viel Warschau in den rug aan, terwijl in het z. de pant sereenheden van Gnl. Lizt met groote snelheid oprukten naar Brest Litowsk. Toen grepen de Russen in, waardoor de laatste Poolsche weer stand in het oosten ineenstortte. De (niet-gemotoriseerde) Duitsche bergdivisiën en de Slowaak- sche eenheden in het zuiden 'hebben een zeer ondergeschikte rol gespeeld, daar ze het snelle tempo van de gemotoriseerde eenheden niet konden volgen. Ongeveer 500.000 man krijgsgevangenen en 1200 stukken geschut, benevens tal van ander materieel vielen in Duitsche handen. CONCLUSIE. Uit de krijgsverrichtingen in Polen zijn m.b.t. het pantser wapen de volgende conclusies te trekken le. De pantserdivisiën hebben in den bewegingsoorlog voldaan aan de hoogste verwachtingen. 2e. Zij eigenen zich uitermate voor het uitvoeren van strate gische omvattingen. 3e. Een bijzonder goed wegenstelsel is daartoe niet bepaald noodzakelijk de pantserregimenten kunnen ook in het ter rein buiten de wegen zeer goed opereeren. 4e. Dank zij haar groote stoot- en vuurkracht kunnen pantser divisiën frontale aanvallen op niet of weinig versterkte linies met zeer groote kans op succes uitvoeren zonder een tijdroovende gereedstelling. 5e. Op goed ingerichte (niet-permanente) veldversterkingen is een frontale aanval eveneens zeer goed mogelijk, doch dan is toevoeging van een of meer gemotoriseerde infanterie- divisiën noodzakelijk, terwijl ook steun van artillerie en bomvliegtuigen onontbeerlijk is. 480

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 47