487 7. DE VERDEDIGING VAN NEDERLANDSCH-INDIË IN HET LICHT VAN HET SLAGKRUISERPLAN I. INLEIDING. Het onderwerp, dat hedenavond in Uw midden bespreking zal vinden, ontleent zijn actualiteit aan het U allen bekende Vlootplan 1940, waarbij een versterking van de Nederlandsche defensie, in het bijzonder van deze gewesten, wordt beoogd door uitbreiding van de zeegaande vloot met een drietal slagkruisers. Dit plan, dat een dezer dagen in den Volksraad, daartoe in buitengewone zitting bijeengeroepen, zal worden behandeld, is reeds dermate uitputtend in verschillende couranten en periodieken besproken, dat ik meen te mogen aannemen, dat de voornemens van de Regeering te dien aanzien alsmede de wijze van uitvoering van het bouwplan en de uit het Vlootplan volgende consequenties U allen genoegzaam bekend zijn. Het ligt dan ook geenszins in mijn bedoeling, hedenavond tot U te spreken over de innerlijke mérites van het Vlootplan, welke hoofdzakelijk op mari tiem gebied liggen en dus buiten den kring van mijn bevoegdheid om dezelfde reden kunt U van mij evenmin een beschouwing verwachten over de kwestie slagkruisersklein materieelvliegtuigen, U allen ongetwijfeld bekend uit de tallooze verhandelingen ter zake. Ik stel mij bij mijn voor dracht op het standpunt, dat het door de Regeering na lang beraad en ampele overweging gekozen Vlootplan 1940, zooals dit thans aan Volksraad en Volksvertegenwoordiging is voorgelegd, als uitgangspunt dient van mijn beschouwingen. Nu zal bij velen Uwer de vraag rijzen „wat valt er dan nog meer te zeggen over dit onderwerp, want de nu uitgesloten desiderata beheerschen toch in feite de beteekenis van het Vlootplan Maar dan verwijs ik U naar den titel van mijn voordracht„De verdediging van Nederlandsch- Indië in het licht van het slagkruiserplan", waaruit al dadelijk volgt, dat het niet het Vlootplan is, dat ik vanavond aan een bespreking zal onder werpen, doch de invloed, welken de uitvoering van dit plan op de verdedi ging van deze gewesten zal uitoefenen. Dit is de taak, welke ik voor heden avond op mij heb genomen en die ik naar mijn beste weten voor Uw belangstellend gehoor hoop te vervullen. II. GEOPOLITIEKE EN STRATEGISCHE BESCHOUWINGEN. Alvorens over te gaan tot het bezien van de plaats, welke de voorgestelde slagkruisers c.a. in de defensie van Nederlandsch-Indië innemen, moge ik allereerst een enkele summiere beschouwing wijden aan de geografische, politiek-economische en strategische beteekenis van den Indischen archipel in den Pacific. De oud-gouverneur van Indo-China, latere minister van koloniën, Albert Sarraut, maakte eens in een persgesprek de volgende opmerking„De economische en politieke geschiedenis der menschheid heeft zich steeds geconcentreerd rondom de wereld-zeeën". Als wij deze stelling nader bezien, komen wij tot de gevolgtrekking, dat na de periode van de Middellandsche Zee, die van den Atlantischen Oceaan is gekomen en dat wij thans staan voor de periode van den Stillen Oceaan, waar omheen de belangen van Japan, China, Sovjet-Rusland, Engeland, Amerika, Frankrijk en Nederland zich hebben vastgelegd. Voordracht, op 15 April 1940 door den Kap. van den Generalen Staf S. H. Spoor gehouden voor den kring Bandoeng van de Vaderlandsche Club.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 56