490 weder het volle pond gegeven aan de handhaving van de neutraliteit, het desnoods met klem afdwingen hiervan en is het onbevredigende standpunt van de defensiegrondslagen van 1927, waarin over „de vervulling van den militairen plicht als lid van de Volkerengemeenschap tegenover andere volken" werd gesproken, hopenlijk voor goed verlaten. Het behoeft geen betoog, dat dit wederontwaken van onze nationale fier heid de herziening van onze weermachtsmiddelen noodzakelijk maakte, daar met de uiterst bescheiden middelen, waaruit de Indische defensie was opge bouwd een doelstelling als hierboven geformuleerd niet te verwezenlijken is. Het K.N.-I.L. ging reeds voor in zijn wederopbouwna een jarenlange impasse wordt thans met alle kracht gearbeid aan de moderniseering van ons leger en aan de versteviging van de bestaande organisatie. Het stemt dan ook allerwege en niet het minst in Legerkringen tot groote blijdschap, dat nu eindelijk reëele plannen tot versterking van het andere deel van de weermacht, de Marine, hun beslag hebben gekregen en ter beoordeeling aan de gemeenschap zijn voorgelegd. De voorgenomen versterking beoogt in de eerste plaats verhooging van de artilleristische kracht van onze zee gaande vloot, die door de huidige samenstelling onvoldoend verzekerd was men koos hiervoor de oplossing van den bouw van 3 slagkruisers van 27.000 ton, alsmede van eenig klein materieel (12 snelle motorbooten en 6 onder zeebootjagers-mijnenveger) en uitbreiding van het aantal zeeverkenners (12 vliegtuigen). De Regeering acht deze versterking van de zeegaande vloot niet slechts uit maritiem-technische overwegingen noodzakelijk, doch ver wacht hiervan tevens een groote preventieve werking, omdat een eventueele agressor nu genoodzaakt wordt, belangrijke eenheden van zijn slag vloot af te zonderen naar Nederlandsch-Indië, terwijl in den bestaanden toestand met secundair materieel kon worden volstaan. Bovendien verwacht de Regeering dat de actie op 's vijands zeeverbindingen, zoowel zuiver militair (maritieme operatielijnen) als ter bestrijding van zijn handelsbeweging, door de schepen krachtig kan worden uitgeoefend. Laat ons thans nagaan, bezien aan de hand van de geografische, politieke en strategische verhoudingen in en om den Pacific, welke werkelijke winst dit slagkruiserplan aan de Indische defensie oplevert. In de eerste plaats dient te worden opgemerkt, dat de onderhavige ver sterking van de vloot een moreele winst te boeken geeft. Nederland toont zijn „good will" om ten koste van ruime financieele opofferingen zijn positie in het Verre Oosten te handhaven. Door dit plan wordt de in de buitenlandsche vooral in de Engelsch sprekende pers meermalen geuite opinie, dat het met de verdediging van Nederlandsch-Indië niet ernstig is gemeend, doch dat wij onze verdediging hoofdzakelijk baseeren op onze diplomatieke relaties en op den steun van anderen, voor wie de handhaving van den bestaanden toestand een levensbelang is, gelogenstraft. Dit komt onze natio nale waardigheid ten goede het versterkt onze positie in moreelen zin, het kan niet anders dan de achting voor onze driekleur verhoogen Maar tevens in reëelen zin versterkt het plan onze internationale positie, want het is duidelijk, dat de preventieve werking, welke van deze verster king uitgaat, van beteekenis moet worden geacht. Inderdaad dwingt het den eventueelen tegenstander tot een grootere krachtsontplooiing dan tot dusver werd vereischt het dwingt tot den inzet van grootere en krachtiger eenheden, hetgeen een verzwakking van zijn slagvloot beteekent. In een politieke constellatie, waarbij die slagvloot zich gelijktijdig tegen gevaarlijker objecten dan het Nederlandsch-Indische eskader heeft te keeren dan wel het risico loopt, zich spoedig tegen een andere mogendheid te moeten te weer stellen, is een dergelijke verzwakking uiteraard in hooge mate onge- wenscht en kan zelfs onaanvaardbaar blijken. Derhalve zal de aanvaller ter dege overwegen of de aantasting van het Nederlandsch-Indische grondgebied dit risico gedoogt en de onvermijdelijk aan een dergelijke actie verbonden mogelijkheid van ernstige verliezen kan worden aanvaard. „In a nutshell" de actie tegen Nederlandsch-Indië eischt meer inspanning, meer materiaal,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 59