aan dien last, doöh zette de onderhandelingen voort, waartoe hij gebruik maakte van Luit. Roeps nadat deze op eerewoord had verklaard, vrijwillig te zullen terugkeeren en zioh weder gevangen te geven. Niets en niemand kon hem ertoe brengen dit woord te brekendriemaal wisselde hij het in tot verbazing en eerbied van den vijand. Zoo heeft het Indische leger niet alleen zijn van Speyck doch ook zijn Albreeht Beijling. Tenslotte werd Roeps uitgewisseld tegen een door Diponegoro naar de onzen gezonden onderhandelaar van vorstelijken bloede, dien onze opperbevelhebber deed aanhouden. Voor zijn schitterende verrichtingen beloonde de Koning Roeps met de M. W. O. 4e klasse, den Nederlandschen Leeuw en bevor dering bij keuze tot kapitein. Na den Java-oorlog vertrok hij op 16 Januari 1831 met ver lof naar Nederland, waar hij een der eersten was, die gehoor gaven aan den oproep voor den strijd tegen de Belgen. Ook tijdens dezen strijd onderscheidde hij zich zoodanig (gevecht bij Assenede), dat hem de M. W. O. 3e klasse werd verleend. In April 1839 werd de inmiddels naar Indië teruggekeerde en tot luitenant-kolonel bevorderde Roeps in Sumatra geplaatst. Hier werd hij zoo ernstig ziek, dat verlof naar Nederland voor herstel van gezondheid noodig bleek. Overste Roeps stond op het punt, dit verlof aan te vragen, toen hij werd aangewezen voor deelname aan de expeditie tegen Singkeldit deed hem van zijn voornemen afzien. Belast met het commando over de reeds eenige malen door de Atjehers aangevallen en door hun veldwerken grootendeels inge sloten troepenmacht te Baroes, wilde overste Roeps zich ondanks de geringe sterkte van zijn troepen niet bepalen tot een passieve verdediging. Herhaaldelijk deed hij uitvallen, welke hij als regel persoonlijk leidde. Den 23en Maart 1840 rukte hij wederom uit aan het hoofd van 100 onderofficieren en minderenhij verdreef den vijand in een hevig gevecht. Wij hadden 26 dooden en gewonden, waaronder helaas ook de dappere aanvoerder die, zijn soldaten als altijd voor gaand in het gevecht, door een schot in de maag werd getroffen. Honderd jaar later, Zaterdag 23 Maart 1940, is dit feit plechtig herdacht. Te 10.00 stonden twee brigades van het garnizoen Padang Sidempoean opgesteld bij het graf van Luit.-Kol. Roeps. In tegenwoordigheid van eenige Europeesdhe en Inlandsohe Bestuursambtenaren en Hoofden schetste de P. M. C. van genoemd garnizoen eerst in het NederlandsCh, daarna in het Maleisch, de verdiensten van den gesneuvelde, in het bijzonder diens groote karaktereigenschappen. Vervolgens legde de P. M. C. onder het presenteeren van de geweren namens het K.N.-I.L. een krans aan den voet van het graf. 444

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 5