492
oorlog worden gesleept en wel met het risico, met een verkeerd front te
moeten strijden (Denemarken, Noorwegen!).
Het is voor de vloot uiteraard uitgesloten, den strijd tegen deze overmacht
op te nemen dit immers zou onherroepelijk leiden tot zelfvernietiging,
waardoor Nederlandsch-Indië met één slag van de voornaamste eenheden
van zijn maritieme verdediging zou worden beroofd. De te voeren strategie
zal dus niet moeten zijn het stellen van kracht tegenover kracht de
zeeslag van de wederzijdsche eskaders dient derhalve te worden vermeden
doch tegenover 's vijands overmacht zal onze marine haar beweeglijkheid
in de weegschaal moeten werpen.
Een agressor gaat het echter om het bezitten van territoirdit zal
zooals reeds opgemerkt onder alle omstandigheden het doel van zijn aan
val vormen. Het is mij uiteraard bekend, dat sommigen de opvatting huldigen,
dat een oorlog tegen Nederlandsch-Indië uitsluitend ter zee zal worden
gestreden. Om de reeds eerder genoemde redenen kan ik deze meening
echter niet deelen.
Voor de vermeestering en bezetting van territoir kan de aanvaller
niet uitsluitend met maritieme middelen volstaanbezettingstroepen
zullen moeten worden medegevoerd en derhalve zal zijn expeditie een
troepentransport, een convooi, omvatten. Dit convooi bestaand uit
een groot aantal schepen dient te worden beschermd en beveiligd tegen
de Nederlandsch-Indische zee- en luchtstrijdkrachten. Ten behoeve van de
beveiliging tegen eerstgenoemde kiest men bij voorkeur de methode van de
indirecte, gecombineerd met de rechtstreeksche beveiliging. Dit wil zeggen,
dat een vijandelijk eskader van zoodanige sterkte, dat het overmachtig is
t.o.v. de Nederlandsch-Indische maritieme middelen, los van het convooi
onze zeestrijdkrachten opzoekt en tracht te vernietigen, terwijl een ander
gedeelte het convooi in de onmiddellijke omgeving tracht te beschermen.
De methoden, waarop een convooi in de Nederlandsch-Indische wateren
tegen luchtstrijdkrachten kan worden beveiligd, moge ik hier onbesproken
laten, als niet ter zake dienende. Aan de hand van de stelling, dat de zee
slag met het vijandelijk eskader door onze oorlogsvloot moet worden ver
meden, zal de te volgen strategie zich derhalve moeten bepalen tot het ont
wijken van 's vijands hoofdstrijdkrachten. Zij zal moeten trachten, 's vijands
zwakke punten te vinden om vervolgens met offensieve stooten den tegen
stander afbreuk te doen zij zal met haar klein materieel en haar vlieg
tuigen moeten verkennen en met haar slagkruisers, kruisers en onderzee-
bootmaterieel den vijand daar aangrijpen, waar de kans op succes groot
is en de tegenstander in zijn vitale belangen wordt aangetastzij zal, in
samenwerking met de luchtstrijdkrachten van het Leger, moeten trachten
's vijands convooi(en) aan te grijpen en verliezen toe te brengen, want het
gaat er voor den vijand om, gebied in bezit te nemen en dus is het convooi
het belangrijkste objectten slotte zal zij zich met haar eenheden op 's vijands
verbindingslijnen moeten stellen en hem overal waar mogelijk verliezen
moeten toebrengen en tevens de eigen handelsvaartuigen beschermen tot
buiten het gevaarlijke zeegebied. Onze vloot moet dus een guerilla ter zee
voeren met alle energie en alle hardnekkigheid, waartoe haar middelen
haar in staat stellen
Laat ons dit dus vaststellenin het groote uitgestrekte zeegebied van den
Nederlandsoh-Indischen archipel zal de vloot moeten ageeren door kleine,
snelle, met kracht uitgevoerde ondernemingen zij zal den zeeslag om eigen
behoud moeten vermijden
Maar dan is er ook geen sprake van, kan er geen sprake van zijn, dat
de Nederlandsch-Indische vloot ons grondgebied verdedigen kan. Dit is ook
niet haar taak haar taak is door offensieve stooten den vijand afbreuk te
doen en te ageeren op zijn verbindingen. Deze taak kan haar zelfs, bij
optreden in bondgenootschappelijk verband, bruten onze zeeën voeren.
Slechts indien wij over zeestrijdkrachten zouden beschikken, superieur
aan die van welken tegenstander ook zoodat het meesterschap ter zee aan
onze zijde steeds verzekerd is, verdedigt de vloot op indirecte doch afdoende