494
hulpsteunpunten zullen moeten worden beschermd en verdedigd, al behoe
ven hieraan niet zulke zware eischen te worden gesteld als aan de veilig
stelling van de basis.
Hiermede betreden wij het terrein van de territoriale verdediging.
IV. DE TERRITORIALE VERDEDIGING.
Zooals hiervoor reeds werd aangegeven, speelt onze vloot nauwelijks een
rol bij de zuiver territoriale verdediging van Nederlandsch-Indië, Wordt
dit territoir aangerand, dan zal de aanvaller met overmachtige krachten komen,
waarvoor onze vloot zal moeten uitwijken.
Ik moge hier een veel geponeerde meening omtrent de verdediging van
Nederlandsch-Indië door een vloot even recht zetten. Dit oordeel berust
op de onweerlegbare stelling, dat een eilandenrijk slechts afdoend door een
vloot kan worden verdedigd. Daar Indië nu een eilandenrijk vormt, dient
derhalve de verdediging aan de vloot te worden opgedragen.
Dit zou inderdaad juist zijn, indien dan de eenig mogelijke gevolgtrekking
uit deze stelling consequent zou worden toegepast, nl. dat deze vloot van
zoodanige sterkte moet zijn, dat het meesterschap ter zee te allen tijde ver
zekerd is. Derhalve een vloot „second to none". Is dit niet het geval, dan
is de stelling niet meer juist
Een dergelijke vloot nu is voor onze financieele draagkracht uitgesloten,
zooals ik reeds eerder opmerkte. Daarom geldt voor onze verhoudingen,
dat de vloot ontlast dient te worden van een aandeel in de territoriale
verdediging en wel door doeltreffende organisatie van deze verdediging door
leger- en luchtstrijdkrachten. Eerst dan kan onze vloot haar krachten ten
volle ontplooien.
Het veilig stellen van de marinebasis en van de hulpsteunpunten vormt
de territoriale verdediging in haar eenvoudigsten vorm. Het behoeft na
hetgeen hieromtrent werd opgemerkt geen nader betoog, dat de vloot, om
zich geheel en al aan haar taak te kunnen wijden, zich zonder bezwaren
van haar basis moeten kunnen verwijderen. Zij moet kunnen opereeren op
die plaatsen van de Indische wateren, waar de strategische omstandigheden
zulks gebieden zonder zich ook maar eeniger mate gebonden behoeven te
achten aan de bescherming van haar basis. Deze mag nimmer een blok aan
het been van de zeegaande vloot vormen integendeel, zij moet haar steunen,
haar voeden, haar steeds en onder alle omstandigheden accommodatie bieden.
Dit eenig juiste standpunt is dan ook internationaal aanvaard.
Reeds werd opgemerkt, dat de vloot het kwetsbaarst is in haar basis en
derhalve de vermeestering daarvan waardoor a.h.w. de voedingsbodem van
de vloot wordt vernietigd een snellere en meer afdoende wijze van bestrij
ding van de vijandelijke maritieme weermiddelen is, dan deze op te zoeken
in de open zeeën hetgeen is als het zoeken naar een speld in een hooiberg
om hen vervolgens in een zeeslag te vernietigen.
Uit het vorenstaande moge blijken, dat derhalve de verdediging van de
marinebasis de mogelijke actie van de vloot in hooge mate beheerscht, doch
tevens, dat de verdediging van deze basis op zich zelf is aangewezen de
daarvoor aangewezen troependeelen moeten hun strijd zelfstandig voeren,
zonder op hulp van de vloot te mogen rekenen Deze taak valt het leger toe.
Hieruit volgt, dat deze troepen krachtig moeten zijn, niet slechts in staat
tot passieve tegenweer maar tevens tot het ontketenen van een zoodanige
offensieve actie, dat de aanvaller kan worden aangegrepen en vernietigend
kan worden geslagen, waardoor het geval van bedreiging van de basis geheel
wordt afgewend. Immers, het tot staan brengen van 's vijands aanval op
de vlootbasis voldoet nog niet aan de hiervoor genoemde stelling, dat het
ongestoord en onbedreigd bezit van de vlootbasis een der voorwaarden voor
het welslagen van de actie ter zee vormt
Ten einde de vlootbasis te kunnen vermeesteren zal de aanvaller zich
genoodzaakt zien met een zoodanige troepenmacht te verschijnen, dat hij