497 verdediging van deze gewesten niets, maar dan ook in het geheel niets veranderd Indien er iets veranderd mocht zijn, dan is het als volgt. Aan gezien de zeegaande vloot door de versterking, die zij zal ondergaan een krachtiger actie-mogelijkheid krijgt en het „zeehouden" van deze vloot nog afhankelijker is dan voorheen van een onbeperkt gebruik van basis en steunpunten, waarop de vijand allereerst zijn aandacht zal concentreeren omdat de versterkte vloot nu meer dan vroeger een gevaar voor hem beteekent, zal de verdediging hiervan zwaarder geschut en meer luchtdoel- bestrijdingsmiddelen c.s. vereischen. Daar de vloot grootere waarde zal ver krijgen, zal nu ook de basis in waarde stijgen Inplaats van een bezuini ging en derhalve een verzwakking zal het Leger dus een versterking behoe ven Immers, het opleggen van deze nieuwe eischen moet binnen het thans geldende budget tot vermindering van andere voorzieningen leiden. De kwestie van versobering komt dientengevolge in het geheel niet ter sprake een evenredige versterking daarentegen dient te worden óverwogen. Ik hoop hiermede voldoend het onjuiste standpunt te hebben toe gelicht van hen, die bepleiten, dat hetgeen met de eene hand aan de ver dediging van deze gewesten wordt gegeven met de andere hand weer moet worden teruggenomen. Want het is niet waar, dat de beslissing van de verdediging ter zee ligtwas dat wel het geval, dan zou bij de toch altijd relatief geringe sterkte van onze maritieme middelen de beslissing a priori in ons nadeel zijn gevallen. De beslissing ligt ter zee en te landhet afwijzen van een aanval te land, gecombineerd met een onvermoeide actie ter zee als hiervoren beschreven, zal de beslissing moeten brengen. Men bedenke bovendien, dat een effectieve blokkade van ons hoofdeiland, ter zijde gelaten van den geheelen archipel, practisch onuitvoerbaar is, door welke vloot ter wereld. De mogelijkheid van het incidenteel onderhouden van interinsulair verkeer en van een beperkt aantal zeeverbindingen zal in dit onmetelijke zeegebied steeds blijven bestaan Derhalve zal het beheerschen van de zeeën door een tegenstander geruimen tijd niet behoeven te leiden tot ineen storting van de territoriale verdediging, de tijd, dien wij behoeven tot wel licht bondgenootschappelijke hulp komt opdagen. Tegenover de door mij gewraakte maritieme visie, stel ik dus niet een „landmacht-visie" ik bepleit dus geen standpunt van het leger tegen de marine. Het gaat er niet om, welk onderdeel van de weermacht de meeste erkenning in de landsverdediging toekomt. Maar het gaat er wèl om, dat de landsdefensie zoo doelmatig mogelijk wordt opgebouwd, dat zij zoo doel treffend mogelijk zij, dat derhalve de harmonie in de weermacht, evenals deze bij de onderscheidene onderdeelen zelf noodzakelijk is, wil het geheel bruikbaar zijn, niet uit het oog wordt verloren. Zij moeten naast elkaar in harmonische verhouding worden opgebouwd opdat zij, wanneer de nood aan den man komt, elkaar aanvullend, in nauw onderling verband optre dend, elk onderdeel zijn eigen taak vervullend, aan het hooge doel zullen beantwoorden, waarvoor zij zijn bestemdde verdediging van het grond gebied. Geen maritieme opvatting, geen landmacht-visie, alleen een weer macht-standpunt erken ik als het eenig juiste Reeds eerder merkte ik op, dat omtrent de beteekenis van het luchtwapen t.o.v. zeestrijdkrachten en convooien nog niet over exacte gegevens kan worden beschikt, waardoor het door sommigen verdedigde standpunt vliegtuigen inplaats van slagkruisers nog op een zeer theoretische basis blijft berusten. Maar wel kunnen wij opmerken, dat de vliegtuigen in elk geval krachtig medewerken aan de bedreiging van de scheepvaartbeweging. Even eens zijn er verschillende malen berichten doorgekomen van aanvallen van vliegtuigverbanden op convooien, welke uit elkaar werden gedreven en beschadigd. Ten slotte vestigen de aanvallen op Scapa Flow en op Sylt, al is het juiste van deze aanvallen niet bekend, den indruk, dat de beteekenis van deze aanvallen niet mag worden onderschat en een groote inspanning eischen van de luchtafweermiddelen. Men verlieze echter niet uit het oog, dat in de phase waarin de vijand tot landing overgaat zijn convooi, gemas-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 66