499
in den weg kunnen leggen, doch het gevaar afwenden kan zij niet. Ook hier
zal derhalve de territoriale verdediging haar gewicht in de schaal moeten
werpen. Hoewel met de beschikbare middelen is gewoekerd en de plaatse
lijke verdediging op de daarvoor in aanmerking komende gebiedsdeelen zoo
hoog mogelijk is opgevoerd, behoeft het geen betoog, dat de daar aanwezige
troepen tegen een overmacht zullen moeten strijden. Hier staat echter geen
hardnekkige verdediging op den voorgrond als op Java, doch is de taak
van deze troepen beperkter gesteld. In de Buitengewesten staat echter niet
als op Java een veldleger gereed om met zijn offensieve kracht diepte aan
de verdediging te geven. Aan den anderen kant is het uiteraard ondoenlijk,
de sterkte van de aldaar aanwezige troepen zoodanig op te voeren dat zij
aan elke mogelijke agressie het hoofd kunnen bieden. Er moet dus naar
een ander middel worden uitgezien en voor deze taak leent zich de lucht
macht door haar groote offensieve kracht en snelle concentratiemogelijkheid
wel in het bijzonder.
Ik behoef hier niet nader aan te toonen, dat naast de repressieve kracht,
welke van het Leger uitgaat, zijn doelmatige organisatie, uitrusting, bewa
pening en oefening tevens een groote preventieve waarde insluit. Deze
factoren immers dwingen op overeenkomstige wijze als dit voor de ver
sterkte vloot is uiteengezet tot een groote krachtsinspanning van den
agressor, tot het medenemen van sterke grondtroepen hij moet immers
territoir bezetten dat is het doel van de actie waardoor sterke convooien
noodig zijn, en 'dientengevolge goede kansen aan dè actie van de luchtstrijd
krachten worden geboden, een materieel verslindende organisatie van zijn
aan- en afvoerdienst onontbeerlijk is, hetgeen 'de vloot gelegenheid geeft
tot het voeren van haar actie op de verbindingslijnen.
Dus niet alleen bepaalt de vlootsterkte de mate van preventie van een
oorlog vloot en leger houden deze in hun gezamenlijken opbouw en orga
nisatie omsloten Daarom nogmaals geen sectarische propaganda, geen
bekrompen visie, die niet verder reikt dan het eigen wapen of onderdeel
Bij de defensie van Nederlandseh-Indië bestaan geen Marine of Vlootproble-
men, er is slechts het vraagstuk van de Nederlandsch-lndische weermacht
V. SLOTBESCHOUWING.
De aanleiding tot deze voordracht is geweest het voornemen de zeestrijd
krachten te versterken met 3 slagkruisers. Wordt dit plan aanvaard, dan
kan die versterking er in 1945 zijn Beteekent dat echter, dat wij deze
5 jaren dus maar met de handen in den schoot moeten zitten in stille
afwachting van hetgeen zal komen Zal de eventueele tegenstander ook
zoo welwillend zijn, op het gereedkomen van ons marine-bouwplan te wach
ten Men vergete toch vooral niet, dat de versterking van onze vloot met
3 slagkruisers in den loop van deze 5 jaren al lang verdisconteerd is in
de bouwplannen van de mogendheden, die eventueele agressieve oogmerken
in den Pacific hebben Zoo blijft de krachtsverhouding gelijk al blijft het
voordeel van de preventieve werking ten volle bestaan. Zal de bekend
wording van dit plan niet eerder een stimulans zijn, toe te slaan alvorens
wij over de slagkruisers beschikken? Dan zou ondanks allen betoonden
goodwill de beteekenis van Baldwins woorden in een rede in het Lager
huis in 1935 toch nog op ons vallen„Een land, dat niet bereid is de
noodige voorzorgsmaatregelen te treffen voor zijn eigen verdediging zal
nimmer in deze wereld macht bezitten, noch moreele, noch materieele".
Er zal dus iets moeten worden gedaan en wel ten spoedigste.
Oorlogsschepen en vooral slagkruisers zijn nu eenmaal niet uit voorraad
leverbaar, noch kunnen zij aan den loopenden band worden gemaakt. Men
zal het dus niet moeten zoeken in een waarschijnlijk onmogelijke
versnelling van den afbouw, doch in maatregelen, welke wèl op korten ter
mijn onze weermacht kunnen versterken. Dat kan dus zijnversteviging
van de territoriale verdediging alsmede onverwijlde aanschaffing van het
in het Vlootplan voorziene klein materieel voor onze vloot en van vlieg-