3. DE VIERING VAN HET GOUDEN JUBILEUM VAN HET KORPS MARÉCHAUSSEE. A. TE KOETARADJA. Deze, aan 'het officieele programma van de herdenking van het vijftigjarig bestaan van het Korps Marédhaussée ontleende regelen geven in het kort de leidende gedachte weer van de wijze, waarop het gouden jubileum van het Korps te Koetaradja en ook elders is gevierd. Het spreekt vanzelf, dat het zwaartepunt van de herdenking lag in de hoofdplaats van het gewest, waar het Korps Maréchaussee zijn meeste lauweren heeft mogen oogsten, doch ook de plaats, waar vele voor het Vaderland gevallen Maréchaussées hun laatste rustplaats vonden. Daarom moge allereerst een sobere beschrijving volgen van de plechtigheden en feesten, welke te Koetaradja plaats hadden. Reeds eenige dagen voor den officieelen gedenkdag heerschte aldaar een 'drukke, opgewekte stemming. De aankomst van de 15 brigades Maréchaussee trok zoowel te Oleh-leh als te Koeta radja groote belangstelling. Bovendien gingen aan de Maréchaussée- feesten de kampioenschaps-sdhermwedstrijden voor Atjeh en Onderhoorigheden vooraf, waardoor mede reeds veel officieren en verdere militairen van de posten ter hoofdplaats aanwezig waren. Men zag de komende dagen met gespannen verwachting tegemoet. Allerwege werd gevlagd en waren versieringen aangebracht, terwijl o.m. de woningen van den T. C., den Resident en den Commandant van het Korps Maréchaussée alsmede de sociëteit de „Atjeh-Club" fraai waren geïllumineerd. Voorts was aan de poort van het kerkhof Peutjoet een rouwdécor aangebracht, wer- 445 „De zorgvolle omstandigheden, waaronder bijna alle landen van de wereld thans gebukt gaan, drukken ook op de viering van het 50-jarig bestaan van het Korps Maréchaussee en daarom zal niet gesproken kunnen worden van „uitbundig feestvertoon", zooals dat het geval was in 1930, doch geheel onopgemerkt mag dit jubileum toch niet voorbij worden gegaan. De feest vreugde moge eenvoudiger zijn dan in 1930, men misgunne den Maréchaussee niet om het gouden jubileum van zijn Korps in gepaste vroolijkheid te vieren". „15 Brigades zullen te Koetaradja hun Korps op 2, 3 en 4 April a.s. ver tegenwoordigen. Zij zullen U toonen hoe zij hun gevallen kameraden weten te eeren, zij zullen U eenig idee geven van hun technische vaardigheid op patrouille, zij zullen U laten zien hoe zij zich onderling in het bivak vermaken en hoe nauwkeurig zij zelfs de Gajosche en Atjehsche spelen hebben gade geslagen en weten na te bootsen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 6