8. CHINA. Van onzen correspondent). Op militair gebied valt weinig nieuws te melden. Alle berichten omtrent strijd van eenige beteekenis komen nog steeds uit de omstreken van SuiYüan en NanNing, waar de partijen elkaar en échec houden. In SuiYüan zijn de Chineezen er eindelijk in geslaagd, hun tegenstanders uit de stad WuYüan te verdrijven. Volgens de laatste berichten zouden de Japanners, na eene ver- geefsche poging tot herovering dezer stad waarin zij op 27/3 opnieuw waren binnengedrongen thans in vollen aftocht zijn naar het o. Wanneer zij tot PaoTow zijn teruggedrongen is daar de oude toestand hersteld. Inmiddels bedreigen de Chineezen, bijgestaan door Mongoolsche en Mohammedaansche troepen uit NingSia en KanSu, reeds deze stad. Op dit samenwerken van zoo verschillende deelen van het Chineesche volk tegen de Japansche invasie wijzen de Chineesche autoriteiten als een bewijs van de steeds groeiende eenheid van dat volk. Bij NanNing in KwangSi heeft de strijd zich thans verplaatst naar het gebied z. van de Yu-rivier. Daar ondernamen de Japan ners een operatie tegen de stad LingShan op 40 km o. van hun etappelijn YamChowNanNing. Zij hebben we zouden haast zeggen natuurlijk die stad genomen, doch na een paar dagen weer ontruimd. De Chineezen beweren even natuurlijk dat zij den vijand hebben verjaagd. De Japanners zwijgen ditmaal. Wat het oogmerk van deze kleine operaties is, blijft duister. Een uitzondering maakt het hernieuwde optreden (5/3) tegen ShekKi (ChungShan)het gebied z. van CanTon tusschen de Bocca Tigris en de Westrivier en n. van MaCao. In October '39 hebben de Japanners daar reeds eenmaal een inval gedaan, den rijstoogst weggehaald en het gebied toen weer ontruimd, voorgevend dat zij de geboortestad van Dr. SunYatSen niet blijvend wenschten te bezetten. Plotseling zijn zij over dien schroom heengestapt. Het heeft er allen schijn van, dat thans andere redenen hen der waarts hebben gevoerd, nml. het verbreken van de communicatie tusschen de Portugeesche kolonie en het Chineesche gebied. Uit de berichten, welke dienaangaande bekend worden, zou men moeten besluiten, dat de Portugeezen hier de behandeling ondergaan, welke den kleinen mogendheden in Europa ten deel valt. De Portugeezen zouden zelfs zijn gedwongen, zekere gebieds- deelen, over welker eigendomsrecht vroeger reeds meeningsver- schil met de Chineesche autoriteiten bestond, te ontruimen. Door 501

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 70