deze bezetting van de uiterst vruchtbare streek n. van MaCao
wordt de levensmiddelentoevoer van de Portugeesche kolonie en
van HongKong in hooge mate belemmerd.
Een der Japansche spokesmen in het z. noemde de Portugeesche
kolonie in één adem met het Fransche pachtgebied Kwang'Chow-
Wan aan de oostzijde van het LiuChow-schiereiland op de Chinee-
sche kust tegenover HaiNan. Was dit gebied vóór de vestiging
van de Franschen in Fort Bayard een zeerooversnest dat niet
onderdeed voor de beruchte Biasbaai, nadien werd het zoo
men sommige customsautoriteiten mag gelooven een der belang
rijkste smokkelgebieden in Z.-China. Het zou dus niet verwonder
lijk zijn, indien de Japanners bij gelegenheid zouden pogen, ook dit
gebied van de landzzijde van China af te sluiten.
Op HaiNan zouden de Japanners den laatsten tijd zeer actief
zijn zij zouden zelfs troepen uit NanNing hebben weggehaald
(men beweert 30.000 man, doch als dit juist is, is waarschijnlijk
een groot deel daarvan naar ShekKi gezonden) om op dat eiland
den laatsten Chineeschen weerstand uit te roeien, terwijl de
Chineezen verklaren, dat zich aldaar nog slechts in het gebergte
plaatselijke militie bevindt. Zij vermoeden daarom, dat deze
„zuivering" ten doel heeft, den Japanners gelegenheid te geven
op HaiNan een belangrijke lucht- en marinehaven aan te leggen.
De Japansche luchtmacht heeft sedert het einde van het vorige
jaar weinig van zich doen spreken. Bij de actie in KwangSi treedt
zij op in verband met de grondtroepen. Overigens echter heeft
men behalve dan ter gelegenheid van de geruchtmakende bom
bardementen van de YünNan-spoorbaan bijna niet van haar
gehoord. Van de Chineesche luchtmacht merkte men nog minder
tot zij begin April uit haar rust ontwaakte en het seizoen opende
met twee luchtaanvallen. De eerste werd 3/4 om 13.50 uitgevoerd
op YuCheng in Z.-ShanSi, waar een escadrille bommenwerpers
een dertigtal zich op het Japansche vliegveld bevindende vlieg
tuigen verwoestte. De Chineezen verklaren, dat zij geen tegenstand
ondervonden Japansche vliegtuigen stegen niet op, terwijl het
luchtdoelvuur slechts zwak was. De andere aanval geschiedde
op YoChow aan het TungTing-meer, waar groote hoeveelheden
benzine en munitie zouden zijn vernield, doch de Japanners ont
kennen, dat het bombardement eenig succes had.
Vermeldenswaard is ook een op 11/3 door de Japanners verrichte
luchtaanval, omdat hij een tipje oplicht van den sluier, welke
den strijd in het binnenland voor den westerling meer en meer
bedekt. Dien dag bombardeerden eenige hunner marinevliegtuigen
bij verrassing tweemaal het stadje TangTu (of TaiPing) gelegen
op 30 km (de Japanners meldden 130 km, maar volgens de
kaart is dit onjuist) van NanKing, den zetel der nieuwe Chi
neesche regeering, daar berichten waren binnengekomen, dat in
502