de jongste berichten uit de tijdelijke hoofdstad des lands ijdel gebleken. Doordrongen van de noodzakelijkheid van samenwerking tot verdrijving van den overweldiger spannen beide partijen zich voortdurend in, den vrede te bewaren. Het is intusschen ge bleken, dat Japansche agenten hun best doen, zooveel mogelijk verdeeldheid te zaaien. De verbetering van de betrekkingen met de Sovjet-republiek schijnt eveneens een illusie te zijn. Na den strijd bij NoMonHan en de aankomst van een nieuwen Russischen gezant te Tokio, was men in Japan vol verwachting van die verbetering. Men hoopte op een afdoende grensregeling in ManChuKwo, op vast stelling van de Japansche visscherijrechten op de Siberische kust voor een tijdperk van 8 jaar, en op een handelsverdrag. Na 7 maanden is nog geen van die wenschen verwezenlijkt. Vol gens de laatste berichten heeft de grensregelingscommissie haar werk gestaakt en keert de Japansche delegatie onverrichterzake terug. De algemeene indruk is, dat de Russen nu de oorlog tegen het dappere Finland ten einde is en hun niet langer sla- pelooze nachten bezorgt hun tegemoetkomende houding tegen over Japan geheel en al hebben laten varen en het niet langer noodig vinden de Japanners met allerlei beloften in de goede stemming te houden. Dezer dagen maakte Reuter melding van het feit, dat de Chi- neezen over niet minder dan twaalf millioen soldaten zouden beschikken voor een groot tegenoffensief. Daarvan zouden vier millioen gereed staan en de overige acht millioen binnen een jaar. Het behoeft nauwelijks te worden betoogd, dat dit bericht op zijn zachtst uitgesproken onwaarschijnlijk lijkt. Voor hun tegen woordige sterkte van ongeveer 1.5 millioen man hebben de Chi- neezen ternauwernood de noodige uitrusting, zelfs aan geweren, om van de overige uitrusting maar niet te spreken. Waar zouden zij ineens nog 2.5 millioen geweren en munitie vandaan moeten halen en binnen een jaar nog 8 millioen met munitie Voor China blijft in dezen oorlog het groote probleem officierenkader en uitrusting. Het soldaten-materiaal vormt geen vraagstuk, daarvan heeft China meer dan eenig ander land ter wereld, naar schatting tenminste 40 millioen. ShangHai, 5 April 1940. 506

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 75