520 dit type schip vindt bij alle zeemogendheden regelmatig voortgang in ver band met de vele doeleinden waarvoor zij geschikt zijn. De zeewaardigheid der voorgestelde torpedomotorbooten en onderzeeboot jagers wordt voldoende geacht om ook bij hooge zee de toegedachte taak te kunnen vervullen. Zooals in het aanbouwschema, gevoegd bij de memorie van toelichting, staat vermeld, ligt het in de bedoeling het eerste dezer vaartuigen zoo spoedig mogelijk te doen aanbouwen en naar Indië te zenden, waar het in uitgebreiden zin zal worden beproefd. De zeegaande vloot en de vliegtuigen zullen als volgt bemand zijn 3 slagkruisers volbemand 3 B-kruisers en 2 leaders volbemand 12 torpedobootjagers 11 bemand 1 onbemand reserve 18 onderzeebooten 15 bemand 3 onbemand reserve 96 verkenners en torpedovliegtuigen 50% bemand 50% onbemand reserve. Wat de vliegtuigen betreft, moge worden verwezen naar hetgeen hier- voren reeds daaromtrent werd opgemerkt. Maatregelen om het personeelstekort afdoende aan te vullen zullen tijdig genomen worden. Het ligt in het voornemen van het Opperbestuur de slagkruisers op Ned. werven te doen aanbouwen. Hieruit, zoomede uit den op 3% jaar vastgestelden bouwtijd, kan worden opgemaakt dat een deskundige en tijdige afbouw verzekerd wordt geacht. De Reg. zal in het algemeen den aanbouw van klein materieel op Ind. werven z.v.m. bevorderen, zooals moge blijken uit de recente gunning der beide Gouvemememtsschepen tevens mijnenlegger. Overigens worden vaartuigen der Gouv. Marine, gew. vaartuigen, patrouillevaartuigen e.d. in den regel op de werven h.t.l. gebouwd. Buiten beschouwing latende de groote hoeveelheid werk, hetwelk de voor naamste scheepswerven thans reeds op zich hebben genomen, zullen zij zich minder goed leenen tot het aanbouwen van het zeer gespecialiseerde, snelle materieel, dat in het eigenlijk vlootplan wordt bedoeld. Overigens deelt de Regi de meening der leden, die opmerkten dat het grootste deel der niet voor de slagkruisers benoodigde gelden reeds in Indië zal worden besteed. Betreffende den bouw van het 40.000 tons dok kan worden medegedeeld dat opdracht werd verstrekt na te gaan in hoeverre dit in Indië kan geschieden en wat daarvan de financieele consequenties zullen zijn. De doelmatigheid van de basis Soerabaia werd, met het oog op de voor gestelde vlootuitbreiding, aan een nauwgezet onderzoek onderworpen. Hierbij is komen vast te staan dat uit een oogpunt van centrale ligging, veiligheid, werf-outillage, havenaanleg en verdediging, van Soerabaia een goede vlootbasis kan worden gemaakt. Ook de financieele consequenties, die aan basis-uitbreiding inhaerent zijn, wezen onafwijsbaar in de richting Soerabaia. Bij het vorenbedoelde onderzoek, dat zich mede uitstrekte tot het Wester vaarwater, bleek dat deze toegang tot de basis geschikt te maken was voor doorvaart der slagkruisers zonder dat daaraan te hooge kosten moeten worden besteed. De verdediging van Soerabaia zal worden uitgebreid met eenige batterijen zwaar en middelbaar geschut, de noodige luchtdoelartillerie en gevechts vliegtuigen. De dracht van het zware geschut van een kaliber van 28 cm, dat op het Djamoeangrif zal worden opgesteld, kan op 35 km gesteld worden, waar mede iedere agressor buiten den afstand van het werkzaam vuur zijner scheepsbatterijen gehouden kan worden. Dat gebleken zou zijn dat een geheel nieuwe vlootbasis noodig is, is der Reg. onbekend Zij acht deze bewering door bovenstaande uiteenzetting op afdoende wijze weerlegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 89