M. W. O. naar het vliegveld waren gekomen. Toen de machine
was geland, traden Kolonel Gosenson en Resident Pauw naar voren
om Luitenant-Generaal Berenschot te begroeten, waarna de overige
Heeren aan Zijne Excellentie werden voorgesteld. Nadat de Leger
commandant nog de Ridders had begroet, begaf hij zich per auto
naar Koetaradja.
Des avonds te half acht ontvingen Kolonel en Mevrouw Gosenson
in hun fraai verlichte woning. De receptie werd bezocht door den
Legercommandant, alle officieren van het garnizoen en van het
Korps Maréchaussee v.z.v. te Koetaradja aanwezig en de
gedelegeerden van de Garnizoensbataljons voorts door vele civiele
autoriteiten, vertegenwoordigers van handel en cultures en de voor
gangers der R. K. en Prot. Kerk.
De voorgalerij van de woning was getooid met talrijke fraaie
bloemstukken, terwijl in den tuin gezellige zitjes waren ingericht,
De druk bezochte, door de Bataljonsmuziek opgeluisterde, receptie
was te negen uur ten einde, waarna velen zich naar de „Atjeh-
Club" spoedden, waaraan later op den avond ook de Legercom
mandant nog een bezoek bracht.
2 April.
Reveille.
Volgens het programma werd Koetaradja om vijf uur gewekt
door een groote Fransche reveille op Neusoeh en daarna op Panté-
Pira, uitgevoerd door de tamboers en hoornblazers, alsmede door
het militaire muziekkorps van het garnizoen.
Parade.
Te ongeveer half zeven stonden op de Esplanade opgesteld
twee compagnieën van het 2de Garnizoens Bataljon, 15 brigades
van het Korps Maréohaussée met het Vaandel en een compagnie
van het 4de Garnizoens Bataljon. In afwachting van het défilé
hadden de oud-strijders zich aan den rand van het terrein
geschaard.
Voor dit militaire schouwspel bestond groote belangstelling
de speciaal voor deze gelegenheid gebouwde tribune verleende
goede diensten zij was tot den nok gevuld.
Te 6.45 arriveerde de T. C., die na het verrichten van de
gebruikelijke eerbewijzen de troepen inspecteerde.
Precies zeven uur reed de auto van den Legercommandant het
terrein op. De muziek speelde de eerste maten van het Wilhelmus,
de troep presenteerde de geweren. Na begroeting van de genoo-
digden en de niet-ingedeelde officieren en onderofficieren hield
Z. E. onmiddellijk te voet inspectie, daarbij vergezeld door
den T. C. en den Paradecommandant, Majoor Doup. Vervolgens
inspecteerde de Generaal ook de oud-militairen, die evenals de
troep een zeer goeden indruk maakten.
447