10. UIT DE PERS.
A. Veelzijdige voorlichting.
Aan het Bataviaasch Nieuwsblad van 11 April ontleenen wij het
volgende.
Wat deze oud-vlagofficieren schreven, blijve hier in het midden,
evenals het in het Utrechtsch Nieuwsblad van 27 Maart versche
nen antwoord van hun opponent, waarbij de redactie onder het
hoofd Unfair o.m. het volgende aanteekende (spatieering van
het U.N.).
524
NOGMAALS MR. JAGER.
In de rubriek „Marinekroniek" van het „Marineblad" vestigt de redactie
de aandacht op de perscommentaren naar aanleiding van de slagkruiser
plannen en publiceert een zéér opmerkelijke uitspraak van 3 gepension-
neerde vlagofficieren over het aandeel, dat de gep. vice-admiraal mr. J. C.
Jager heeft gehad in het totstandkomen van het Vlootplan Deckers. Blijkens
een ingezonden stuk had de heer Jager daarvan zichzelf de eer gegeven.
De oud-viceadmiraals L. J. Quant, G. L. Schorer en J. F. Osten schreven
het bestuur der marinevereeniging o.m.
'Sedert jaren bepleit onze marine-medewerker, Vice-admiraal b.d. Mr.
J. C. Jager, een defensie-opzet voor Indië, waarin de nadruk gelegd wordt
op een sterke luchtmacht van land vliegtuigen. Hij doet dat deskundig en
zakelijk. En volkomen fair. Het is, natuurlijk, het recht van oud-vice-
admiraal als Quant, Osten en Schorer om met onzen medewerker
van meening te verschillen. Maar het is hoogst onfatsoenlijk
a). dat het Marineblad wél den heer Jager op de meest venijnige
wijze (vaak met persoonlijke onbehoorlijkheden) bestrijdt, maar hem nimmer
fair aan het woord laat.
b). dat sprekers als Quant, Van Foreest etc. wèl in hun rede
voeringen den heer Jager aanvallen, maar debat schuwen.
c.) dat thans drie vice-admiraals (Quant, Osten, Schorer) gaan
werken met verklaringen inzake het beleid van den heer Jager als Chef Staf.
Op ons verzoek heeft de heer Jager, die tot nu toe
op verdachtmaking van zijn persoon terecht nooit
is ingegaan, de insinuaties van zijn, ook nu door de
veilige omheining van het Marineblad gedekte, b e -
strijders beantwoord. Daarmee is zijnerzijds het laatste woord over
dit soort bestrijding gezegd. Niet over de slagkruisers Het behoeft geen
betoog, dat de heer Jager te dien aanzien voor zijn inzichten zal blijven
opkomen. En zoolang zijn tegenstanders niet beter weten te doen, dan de
vlucht nemen in verdachtmakerij, zullen zij slechts hun eigen zwakheid
manifesteeren. Wat ons blad betrefthet zal, in afwijking van zijn gewoonte,
geen wederwoord tegen de in deze editie gepubliceerde afdoende verklaring
van Mr. Jager opnemen. De heeren in het andere kamp moeten eerst onzen
medewerker in het Marineblad maar eens gastvrijheid verleenen, gelijk wij
nog onlangs den heer Van Heerdt gelegenheid boden, in het U.N. de
slagkruiserplannen te verdedigen.