526
ontveinzen ons geenszins de vele moeilijkheden, welke der verwezenlijking
van de militie-denkbeelden in den weg staan, op den duur echter zal men
er moeilijk aan kunnen ontkomen, wil men ten minste een defensie-systeem
scheppen, dat in staat is, onder alle omstandigheden weerstand te bieden
aan iederen vijand. Hét vrijwilligerssysteem is niet alleen duur, het heeft
tevens tot gevolg, dat men een leger schept practisch zonder reserves. Dat
mocht misschien in het verleden niet zoo heel erg zijnvroeger kon men
ten slotte in enkele maanden een man africhten om met een geweer te kunnen
schieten, de moderne oorlog eischt van den soldaat technische vaardigheden,
die niet in enkele maanden geleerd kunnen worden.
Het militie-vraagstuk is een heel moeilijk probleem, dat men zeker niet
met een motie kan oplossen, maar dat nauwgezette bestudeering vereischt.
En dat zeker ook die bestudeering waard is.
Verschillende sprekers hebben met de slagkruiserplannen in verband ge
bracht de economische politiek der regeering. Men kan het met de Memorie
van Antwoord eens zijn, dat koppeling van de economische politiek aan de
vlootplannen zou leiden tot een nuttelooze uitbreiding van het debat, maar
toch een heel eind meegaan met Kerstens, die er op wees, dat er een onver
brekelijk verband bestaat tusschen de defensie-politiek en de economische
politiek. Versteviging van de economische basis onzer volkshuishouding zal
dringend noodig zijn, wil men voorkomen, dat de vlootkosten een al te
zware last worden wanneer dat laatste zou geschieden zou wel eens kunnen
blijken, dat men aan goodwill in het volk zelf verloor, wat men aan defen
sieve kracht naar buiten won.
Ten slotte een enkele opmerking over het betoog van den heer Vas Dias,
die meende over de redactie van het I.M.T.x) heen een aanval te moeten
2) „Opgevallen is mij vooral de houding, welke het I.M.T. hierbij heeft
aangenomen. In het tijdschrift, dat toch in de eerste plaats tot doel heeft
zijn leden, die tot de landmacht behooren, tot voorlichting te dienen over
actueele defensie-aangelegenheden, zijn gedurende 1939 niet minder dan 18
artikelen van oud-Vice-Admiraal Jager in de rubriek „Uit de pers" opge
nomen. Geen enkele maal werd hiernaast de bestrijding van één dezer
artikelen in dit tijdschrift gepubliceerd.
Voorts werden in dit tijdschrift bij voorkeur overgenomen artikelen,
welke het belang van vliegtuigen en de nutteloosheid van schepen betogen,
en wederom zonder repliek. Ook werden in dit tijdschrift veelal diè sprekers
geciteerd, die op luchtmacht-standpunt staan.
Ik heb niet aan den indruk kunnen ontkomen, dat de voor den inhoud
van dit tijdschrift verantwoordelijke redactie zich stilzwijgend tegen de
gedachte vlootversterking van zware kruisers heeft gesteld en aan zijn lezers
ieder van de vele artikelen pro deze kruisers heeft willen onthouden. Het
getuigt m.i. toch wel van zeer onvolledige voorlichting, dat nimmer gewag
werd gemaakt van het feit, zooals dit duidelijk tot uitdrukking kwam op de
te Soerabaia en Den Helder onder auspiciën van de Marine Vereeniging
gehouden debatavonden, dat de geheele actieve marine zich achter het
plan van zwaar materieel heeft geplaatst. Ik betreur dit, omdat ik wel met
zekerheid vermeen, dat in deze houding van het I.M.T. niet gezien mag
worden hoewel het op buitenstaanders dezen indruk zou kunnen maken
-een weergave van de algemeene opinie der landmachtdeskundigen. Dit
vond ik bevestigd in een verslag van de door den kapitein van den Generalen
Staf, S. H. Spoor, te Bandoeng gehouden lezing die, hoewel nog niet voldaan,
verklaarde, dat het vlootplan ook de volle instemming van het leger heeft.
Dit wijst er gelukkig op, dat de voorlichting gegeven door het I.M.T., haar
uitwerking heeft gemist."
De onverkorte opname in dit nummer van de door den heer Vas Dias
bedoelde lezing bewijst de onjuistheid van zijn gevolgtrekkingen. (Red.
I.M.T.).