52 7 richten op het leger. Hij koos hiervoor niet bepaald het gunstigste moment uit. Pas enkele dagen geleden heeft de kapitein van den Generalen Staf Spoor in een te Bandoeng gehouden rede de opvattingen van het leger vertolkt. Het leger staat zeker niet afwijzend tegenover versterking van de vloot. Dat men over de wijze waarop deze versterkingzal moeten worden geëffectueerd wel eens van meening verschilt met de deskundigen-commissie, welke verantwoordelijk is voor de slagkruiservoorstellen, spreekt welhaast vanzelf. De heer Yas Dias doet het nu wel voorkomen alsof men bij de heele marine bezield is van de leuze één plan, één vloot. De werkelijkheid is toch wel een beetje anders. Het zal den heer Vas Dias niet onbekend zijn, dat behalve de vice-admiraal b.d. Mr. Jager ook de tot voor kort nog actieve vice-admiraal Ferwerda nogal wat critiek had op de thans aan de orde zijnde voorstellen. Ten slotte is het oplossen van het verdedigings- vraagstuk iets anders dan het maken van een meetkunde- of algebra-som. Daar is in den regel maar één manier goed. Of de thans gekozen manier van oplossen van het defensie-vraagstuk de juiste is, zal alleen de practijk kunnen uitwijzen. De critiek was noodig, tot de voorstellen het stadium van uitvoering bereikten. De taak van alle militaire deskundigen was vooral gelegen in het oefenen van critiek. Dat diene men o o k in den Volksraad te beseffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 96